Vogelakkers veroveren Nederland
Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels, Vogelbescherming Nederland
Staatsecretaris Sharon Dijksma gaf 18 december 2014 in een brief aan de Tweede Kamer aan dat zij het concept ‘Vogelakkers’ landelijk wilde testen. Het doel is om te meten hoe een Vogelakker bijdraagt aan bodemkwaliteit en biodiversiteit.
De biodiversiteit in het agrarische gebied staat al jarenlang onder zware druk. Er bestaan nog geen goede oplossingen die leiden tot herstel van soorten op populatieniveau. Veel van de huidige maatregelen werken niet goed. Bovendien zijn ze erg duur. De noodzaak tot het ontwikkelen van effectieve en efficiënte vergroeningsmaatregelen is dus groot. Daarbij moeten dergelijke maatregelen goed inpasbaar zijn in de agrarische bedrijfsvoering. De ‘Vogelakker’, een volveldse combinatie van meerjarige eiwitgewassen (luzerne op de kleigronden, rode klaver op de zandgronden) en beheerde braakstroken lijkt aan deze wensen tegemoet te komen. Onderzoek heeft aangetoond dat de Vogelakkers zowel ’s zomers als ’s winters door roofvogels, uilen en zangvogels gebruikt worden om te foerageren.
Zoeken naar vergroening op maat
De ‘Vogelakker’ is in Groningen en Flevoland ontwikkeld door Werkgroep Grauwe Kiekendief. Het is een speciale maatregel voor zeldzame en bedreigde soorten als veldleeuwerik, velduil, grauwe en blauwe kiekendief en andere karakteristieke soorten van de open akkergebieden. Belangrijkste partners om dit concept van de grond te krijgen waren Groenvoederdrogerij BV Oldambt voor de praktische kanten van het oogsten van luzerne en de samenstelling van het zaaimengsel, en Rijksuniversiteit Groningen voor het habitatonderzoek aan de grauwe kiekendief.
Het concept ‘Vogelakkers’ is ook staatssecretaris Dijksma opgevallen, vanwege de slimme kruisbestuiving tussen agrarisch natuurbeheer en vergroeningseisen vanuit Europa. Ze wil daarom ook in andere akkergebieden deze maatregel ondersteunen. De Europese Commissie heeft het concept ‘Vogelakkers’ intussen geaccepteerd als vergroeningsmaatregel in de landbouw. Hiermee is zowel in de 1e pijler (inkomensondersteuning) als in de 2e pijler (agrarisch natuur- en landschapsbeheer) van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) de ‘Vogelakker’ voor akkerbouwers een serieuze optie geworden om de vergroening op bedrijfsniveau vorm te geven.
Onderzoek op de Vogelakker
Het vernieuwende aspect van dit demoproject ‘Vogelakkers’ is dat naast het lopende onderzoek van Werkgroep Grauwe Kiekendief naar vogels en veldmuizen, het Louis Bolk Instituut kijkt naar de effecten op de bodemgesteldheid, het bodemleven en insectenleven. Vogelbescherming Nederland begeleidt het project organisatorisch en politiek-strategisch. Het demoproject wordt in 2015 gestart in drie provincies. Opschaling naar akkergebieden in de provincies Drenthe, Fryslân, Limburg, Zeeland en Zuid-Holland ligt in de planning. In alle gevallen zullen landbouwers actief participeren in dit demoproject.
De komende jaren zullen de bedrijfseconomische aspecten, de ecologische effectiviteit alsook de agrarische inpasbaarheid worden beoordeeld. Uiteindelijke moet het concept ‘Vogelakkers’ op alle aspecten significante winst opleveren.
Belangstelling in de rest van Europa
Met deze ‘demo Vogelakkers’ hopen Louis Bolk Instituut, Vogelbescherming Nederland en Werkgroep Grauwe Kiekendief te kunnen laten zien dat een concept dat is geïntegreerd in de agrarische bedrijfsvoering het verschil kan maken voor bedreigde soorten van het boerenland.
Intussen is er serieuze belangstelling voor onze aanpak in Vlaanderen en zullen in Neder-Saksen in Duitsland in het voorjaar van 2016 de eerste Vogelakkers worden ingezaaid. Deze Groningse uitvinding zal bij gebleken geschiktheid mogelijk ook elders in Europa worden toegepast. Daarom is praktisch ingestoken onderzoek ook zo belangrijk.
Tekst: Boki Luske, Louis Bolk Instituut, Cees Witkamp, Vogelbescherming Nederland, Ben Koks, Werkgroep Grauwe Kiekendief
Foto's: Werkgroep Grauwe Kiekendief; Louis Bolk Instituut