Gebruik genetische variatie van boomsoorten
Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]
Nieuwe en bestaande bossen kunnen door gebruik te maken van de genetische diversiteit van bomen hun functionaliteit behouden bij klimaatverandering. Want hoe genetisch diverser het bos, hoe groter het aanpassingsvermogen. Ook de waarde van het bos door bosproducten, biodiversiteit en diensten als bodembescherming en water vasthouden blijft dan groter. Dat stelt prof. dr. Koen Kramer bij zijn oratie als buitengewoon hoogleraar Kwantitatieve bosgenetica aan Wageningen University op donderdag 8 oktober.
Over de genetische diversiteit van Europese bossen en de ruimtelijke verspreiding van de genetische variatie is door decennialang onderzoek al het nodige bekend. Veel DNA-informatie is gekoppeld aan kenmerken van bomen: hoe vroeg komen bijvoorbeeld de bladeren uit, of hoe goed kan de boom tegen droogte. Het onderzoek betekent vooral veel data analyseren en modellen bouwen. “We gaan steeds beter begrijpen welke genen bij welke kenmerken horen en wat dit vervolgens betekent voor het functioneren van bomen. Dat willen we nu goed in de vingers krijgen”, zegt prof. Koen Kramer in zijn inaugurele rede Conservation, use and management of forest genetic resources in a changing world.
Klimaatverandering
Gebruik van de genetische kennis is nodig voor het gezond laten functioneren van bossen ondanks klimaatverandering, luchtvervuiling en ziekten. “Beheerders moeten zich gaan realiseren dat als je voor een bos alleen maar lokaal zaad of zaailingen wilt gebruiken, je niet zeker weet of die zijn toegerust op wat het bos te wachten staat. Waarschijnlijk niet. Tegelijk is het ook niet verstandig om voor bijvoorbeeld nieuwe beuken de beukennootjes uit een warmer land te halen, zeg uit Roemenië, want dan kun je evengoed problemen krijgen. Je moet bedenken naar welk klimaat het bos toegaat en welke aanpassingen daarvoor nodig zijn, en daar je genetisch materiaal op aanpassen en zorgen voor voldoende genetische diversiteit.” Doe je dat niet, dan breng je als beheerder op termijn het bos en jezelf in de problemen.
Fingerprinting
Kramer pleit er verder voor om de herkomst van genetisch materiaal beter te registeren. “We starten nu ook met fingerprinting, het maken van ‘vingerafdrukken’ van bomen op basis van DNA-merkers waarmee je de herkomst van zaden of zaailingen kunt aantonen. Daarbij moet er een goede referentiedatabase worden opgezet.” Uiteindelijk doel is een databestand van bomen die bijvoorbeeld goed tegen overstromingen kunnen, ziekteresistent of droogtebestendig zijn, met daaraan gekoppeld de genetische vingerafdrukken en informatie over een goede genetische variatie. Bij goed gebruik door beheerders kan een bos zich blijven aanpassen aan veranderingen in de wereld.
Tekst: Wageningen UR
Foto: Peter Heeling