Zo nodigt u oranjetipjes uit in uw tuin
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Het oranjetipje is een typische voorjaarsvlinder, die maar een generatie per jaar heeft die vliegt in april en mei. Inmiddels komen ze flink uit de pop en de komende weken gaan ze zich voortplanten. Dat kan ook in uw tuin.
Als de tuin voldoet aan de eisen die oranjetipjes stellen kunnen ze zich er ook voortplanten. Voor vlinders kun je vier belangrijke aspecten onderscheiden. Vlinders hebben nectar nodig uit bloeiende planten. Dat is de brandstof waardoor ze actief kunnen zijn. Hoe meer nectar ze in korte tijd kunnen vinden hoe meer tijd en energie ze overhouden om zich succesvol voort te planten. Voor de tuin betekent dit dat er vanaf eind maart bloeiende planten moeten staan. Er zijn heel veel goede vlinderplanten die ook vroeg in het voorjaar bloeien.
Een andere, en wel heel belangrijke, voorwaarde is dat er waardplanten aanwezig zijn. Dit zijn planten waarvan de rups kan eten. Rupsen zijn namelijk vaak kieskeurige dieren die maar op een of enkele plantensoorten kunnen overleven. Voor het oranjetipje zijn dit diverse kruisbloemigen. Pinksterbloem en look-zonder-look zijn de belangrijkste, maar ook andere soorten worden gebruikt en in de tuin zijn ook judaspenning en damastbloem goede kandidaten.
Een tuin is aantrekkelijk voor vlinders als er naast waard- en nectarplanten warmte en beschutting aanwezig is. In een donkere schaduwrijke tuin kom je maar weinig dagvlinders tegen en eentje waar de westenwind vrij spel heeft wordt ook minder gewaardeerd. Gelukkig voldoen de meeste tuinen aan deze eis, want ook wij zitten het liefst in het zonnetje en niet vol in de wind. Een laatste voorwaarde is dat er plekken zijn waar de pop van het oranjetipje kan overwinteren. De eitjes worden de komende weken afgezet en de rupsen eten van het zaad van hun waardplant, bijvoorbeeld de penningen van de judaspenning. In de loop van juni zijn de rupsen volgroeid en dan verpoppen ze. Die pop moet een maand of negen kunnen overleven in de tuin en er moeten dus plekken zijn waar de planten gewoon die hele tijd, inclusief de winterperiode blijven staan. Als dit allemaal aanwezig is kunt u nu pa en ma tegenkomen, volgend jaar de kinderen en wie weet vliegen in april 2017 de kleinkinderen bij u in de tuin.
Tekst en foto's: Kars Veling, De Vlinderstichting