Nachtvlinders planten zich liever voort in het donker
Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]
De nachten zijn in ons land niet meer per definitie donker. De ‘lichtvervuiling’ neemt jaarlijks toe met ongeveer 6 procent, terwijl de ecologische gevolgen daarvan nog grotendeels onbekend zijn. “In duister gehuld,” zoals Koert van Geffen het zegt. Van Geffen promoveerde bij Wageningen University op zijn onderzoek naar de invloed van kunstlicht op nachtvlinders. Daaruit bleek dat de effecten daarvan veel verder gaan dan de aantrekking van bijvoorbeeld lantaarnpalen alleen.
Dat nachtvlinders last kunnen hebben van kunstlicht doordat ze aangetrokken worden door lichtbronnen, vooral door lichtbronnen met veel straling in de korte golflengtes, weten we al heel lang. Koert van Geffen laat zien dat veel meer aspecten van het leven van nachtvlinders verstoord worden. Ze weten niet meer welke tijd van het jaar het is, en dus ook niet meer wat ze moeten doen. Mannetjes en vrouwtjes kunnen elkaar niet meer vinden en daardoor paren ze minder vaak. “Gezien de snelle achteruitgang van de nachtvlinderpopulaties in West-Europa is het erg belangrijk dat we meer inzicht in de ecologische oorzaken van deze problematiek krijgen,” zegt hij.
Kalender rupsen aangepast
Binnen het project ‘Licht op Natuur’ onderzocht Van Geffen de effecten van nachtelijk kunstlicht op de ontwikkeling van rupsen van de kooluil (Mamestra brassicae) die zich overdag verbergen en in het donker tevoorschijn komen om te eten. De rupsen bleken niet trager te groeien, echter bij het verpoppen bleek dat de kalender van de rupsen wel verstoord was. Rupsen die leven in de zomer, als de dagen lang zijn, verpoppen zich en worden meteen vlinder. In de herfst, als de dagen kort zijn, moeten de rupsen als pop wachten tot het weer lente is. Hiervoor gaan ze in een rustfase of diapauze. De rupsen die in het experiment lange nachten zonder licht doorbrachten gingen netjes in rust, maar de rupsen bij wie de lange nacht een beetje verlicht was gingen niet in diapauze en kwamen al snel uit als vlinder. Te snel, want daardoor was de sterfte in de winter hoog.
Veranderde feromonen
Nachtvlindervrouwtjes lokken mannetjes door middel van feromonen, soortspecifieke mengsels van geurstoffen. Vrouwtjes doen dit alleen ’s nachts. Uit het onderzoek blijkt dat de vrouwtjes bij nachtelijk kunstlicht veel minder feromonen produceren en dat deze ook anders van samenstelling en geur zijn. De belangrijkste aantrekkende stof neemt af en stoffen die mannetjes afstoten nemen toe. “In mijn veldonderzoek bleek dat dit er inderdaad toe leidt dat vrouwtjes die in het licht zitten minder vaak paren dan vrouwtjes in het donker,” zegt Koert van Geffen. Van de vrouwtjes in het donker paarde meer dan de helft, maar in het licht was dit hooguit een kwart, afhankelijk van het soort licht.
Donkere nachten nodig
In zijn algemeenheid concludeert Koert van Geffen dat de effecten van kunstlicht op nachtvlinders veel verder gaan dan de aantrekking van bijvoorbeeld lantaarnpalen alleen. Maar dat geldt niet voor alle lichtsoorten: “Bijna alle resultaten wijzen erop dat de effecten relatief klein of zelfs afwezig zijn bij rood licht. Dat betekent dat aanpassing van de spectrale samenstelling van lichtbronnen, met name het verminderen van de straling met een korte golflengte, een goed hulpmiddel kan zijn om de negatieve effecten van kunstlicht op nachtvlinders te verminderen. Ook al weegt dat niet op tegen wat er eigenlijk nodig is: donkere nachten.”
Tekst: Wageningen University
Foto: JeffdeLonge, entomart