Avondrood kan ook in het donker kleuren zien
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Wat heeft een avondrood aan zijn prachtige zuurstokroze kleur? Deze pijlstaart is alleen ’s nachts actief en zonder licht wordt ook het mooiste roze grijs, toch? Ja, voor ons mensen wel, maar het blijkt dat flink wat dieren ook in het donker nog kleuren zien.
Het is voor mensen moeilijk voor te stellen hoe andere dieren de wereld zien. Daarom is lang, ook door wetenschappers, gedacht dat nachtdieren alleen maar in ‘vijftig tinten grijs’ kunnen zien. Op de website van BBC earth staat een interessant stuk over dit fenomeen van Carolina Williams.
Als je erover nadenkt is het wel logisch dat nachtdieren wel kleuren kunnen zien, want kleuren zien is ‘s nachts net zo nuttig voor het vinden van voedsel, partners en onderdak als overdag. In de natuur hebben de nachtdieren manieren gevonden om dit voor elkaar te krijgen. Maar dat gaat in tegen het feit dat de meeste ogen in het dierenrijk ontwikkeld zijn voor hetzelfde doel, namelijk om fotonen, minuscule deeltjes waaruit een straal licht bestaat, te detecteren. Als de zon ondergaat en er zijn minder fotonen, dan werken die ogen minder goed. Onze menselijke kleur receptoren stoppen als het zo donker is als bij halve maan. Op dat moment schakelen we over op een veel gevoeliger, maar kleurenblind, systeem van staafjes. Wij zien dan alleen nog maar grijstinten.
Het eerste dier waarvan duidelijk werd dat hij wel degelijk kleuren kon onderscheiden was de avondrood. Deze prachtig grote roze pijlstaart is een nachtvlinder die verspreid over heel Nederland voorkomt. De vlinder vliegt midden in de zomer en is alleen ’s nachts actief. Vlinders worden wel gezien op kamperfoelie of tabak, bloemen met een lange kroonbuis die juist als het donker is hun geur afgeven om zo nachtvlinders aan te lokken. Ze staan al klapwiekend voor de bloem en zuigen met hun lange roltong de nectar onder uit de kroonbuis. De avondrood heeft ogen met grotere lenzen waarin de afstand die het licht nodig heeft om de receptoren te bereiken is verkort. Hierdoor kunnen ze ultraviolet, geel en blauw detecteren, zelfs op een maanloze nacht als het enige licht dat van de sterren is. In het donker kunnen ze kleurige bloemen net zo gemakkelijk vinden als dagvlinders.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting