Zeer zeldzame Borstelige aardtong ontdekt in Oost-Flevoland
Nederlandse Mycologische VerenigingBericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]
Onlangs werd in het Spijkbos tussen afgevallen bladeren op zwarte, kleiige grond een aantal zwarte knotsjes gevonden. De vinder stuurde ze op naar een specialist om te horen of het soms aardtongen waren. Het bleken de zeer zeldzame Borstelige aardtongen te zijn. Dit is pas de tweede keer dat deze aardtong in Nederland is gevonden.
Aardtongen
Aardtongen zijn paddenstoelen die als zwartbruine knotsjes uit de grond komen. Ze verschijnen meestal pas in de late herfst. De grootste halen met moeite de 10 centimeter, maar de meeste worden niet groter dan 4 tot 5 centimeter. Je vindt ze voornamelijk in kortgrassige, mosrijke terreinen en dan vooral in de duinen.
Deze aardtongen zijn een goed bekijken waard. Soms zijn ze kleverig, dan weer geschubd, breed van boven of over de gehele lengte even smal. Als je geluk hebt zie je zwarte, stijve haartjes uit de steel of uit het kopje steken. Is dat het geval dan heb je meestal de Ruige aardtong (Trichoglossum hirsutum) te pakken, maar er bestaat een kleiner broertje, de Borstelige aardtong (Trichoglossum walteri). De haartjes zijn met een goede loep wel te zien, met het blote oog moeilijker. De Borstelige aardtong werd in Nederland pas in 2005 voor het eerst ontdekt in de buurt van Petten (Noord-Holland) op een dijk tussen gras en mos.
De verschillen
Het verschil tussen deze twee soorten harige aardtongen is het verschil in formaat. De ruige aardtong haalt wel 5 centimeter en is meestal lepelvormig verbreed boven de slanke steel, terwijl de Borstelige aardtong kleiner blijft. Deze aardtong haalt niet meer dan 2,5 tot 3,5 centimeter en zijn kopje is vaak maar iets verbreed. Hij lijkt dan wat op een afgebrande lucifer. De echte verschillen zie je pas goed met behulp van een microscoop. De langwerpige voortplantingscellen (sporen) hebben bij de Ruige aardtong meestal 14 of 15 tussenschotjes. Bij de Borstelige maximaal maar 7. Microscopisch onderzoek is dus nodig om deze twee soorten uit elkaar te houden. Zeker omdat ze in meerdere milieus kunnen voorkomen. Een groter contrast dan tussen een dijk en een bos is nauwelijks denkbaar. Ook door kleine paddenstoeltjes kun je blij verrast worden.
Tekst: Atte van den Berg, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto’s: Atte van den Berg; Martijn Oud; Kees Roobeek