Eikenprocessierups

2014: Eikenprocessierups verspreidt zich verder

De Natuurkalender
19-OKT-2014 - Het verspreidingsgebied van de eikenprocessierups heeft zich in 2014 nog verder uitgebreid in Nederland, met name in de noordelijke provincies. In de zuidelijke delen en het midden van het land lijkt de situatie veel stabieler. De eikenprocessierups lijkt ook steeds vaker in natuurgebieden voor te komen. Op basis van het aantal gevonden nesten en de toename van het aantal vlinders dat in feromoonvallen werd aangetroffen is te verwachten dat het aantal eikenprocessierupsen ook in 2015 verder zal groeien in ons land.

Bericht uitgegeven door het Kenniscentrum Eikenprocessierups [land] op [publicatiedatum]

Het verspreidingsgebied van de eikenprocessierups heeft zich in 2014 nog verder uitgebreid in Nederland, met name in de noordelijke provincies. In de zuidelijke delen en het midden van het land lijkt de situatie veel stabieler. De eikenprocessierups lijkt ook steeds vaker in natuurgebieden voor te komen. Op basis van het aantal gevonden nesten en de toename van het aantal vlinders dat in feromoonvallen werd aangetroffen is te verwachten dat het aantal eikenprocessierupsen ook in 2015 verder zal groeien in ons land.

Eikenprocessierupsen nog op 28 juni 2014 aan de wandel (foto: Henk Moes)De eerste rupsen kwamen dit jaar al recordvroeg uit het ei, eind maart. De eerste nestvorming werd al rond 5 mei waargenomen. De nestvorming vond dit jaar zeer verspreid plaats. Eind juni waren nog steeds rupsen actief die nog geen nesten hadden gevormd. Lokaal was er sprake van forse uitbraken en overlast van de eikenprocessierups.

Vlucht van de vlinders
Op 14 juli werden in Drenthe de eerste vlinders aangetroffen in de feromoonvallen. Dat was 2 weken eerder dan normaal. De vlinders vlogen massaal uit vanaf half augustus tot en met de eerste 2 weken in september. In deze periode sloeg het weer om, waardoor de vlinders minder ver vlogen. Eind augustus tot de eerste week van september werden grote aantallen vlinders in de feromoonvallen aangetroffen. Dit was vooral in de noordelijke gemeentes.
In de noordelijke provincies zijn in 2014 27.744 vlinders gevangen in feromoonvallen. Het gemiddelde per val is gestegen van 13,12 in 2013 naar 15,01 vlinders dit jaar. Slechts enkele gemeenten kennen een daling van het aantal gevangen vlinders. De daling in die gemeenten is mogelijk te verklaren vanwege de preventieve bespuiting met nematoden vroeg in het voorjaar. Ook in andere regio’s in Nederland zijn meer vlinders in feromoonvallen gevangen dan in 2013.

Met feromoonvallen gevangen eikenprocessievlinders (foto: Silvia Hellingman)

Het weer in augustus – gevolgen voor 2015
De omstandigheden waaronder de vlinders konden uitvliegen waren gunstig voor de vroege vlinders. Dit was vanaf eind juli tot de eerste week van augustus. Hierbij hebben zij zich verder kunnen verspreiden. Het merendeel van de vlindervluchten is echter waargenomen na de genoemde periode. Vanwege de vele regen later in augustus konden de vlinders in deze periode niet ver vliegen. Dit kan betekenen dat er in 2015 grotere concentraties van de eikenprocessierups aanwezig zijn op vrijwel dezelfde locaties als in 2014 en dat mogelijk slechts een kleiner deel verder verspreid is in het gebied.

Nesten
De periode van nestvorming in 2014 was gunstig voor de rupsen. Dat zien we ook terug in het aantal aangetroffen en verwijderde nesten. Ten opzichte van 2013 kan men voor de noordelijke provincies (Drenthe, Friesland, Groningen) en de Noordoostpolder spreken van een verdrievoudiging van het aantal verwijderde nesten. Mogelijk is het aantal nesten nog veel groter geweest, omdat zeker langs snelwegen nog veel nesten hangen die niet zijn verwijderd. Met die nesten erbij is lokaal waarschijnlijk sprake van een vervijfvoudiging van de populatie. Het niet verwijderen van nesten langs snelwegen is zowel in de noordelijke provincies waargenomen als ook in Noord-Brabant en Zuid-Holland, met op een aantal plekken kaalvraat tot gevolg.

In de zuidelijke delen en midden van het land lijkt de situatie veel stabieler en is er deels een beperkte toename geweest van het aantal nesten ten opzichte van het jaar daarvoor. In de regio’s Utrecht, Noord- en Zuid-Holland was op een aantal locaties sprake van een verdubbeling. En dan zijn er ook nog gebieden waar nauwelijks sprake is geweest van een toename. Voor 2014 kan men uiteindelijk spreken van een grillig beeld van de ontwikkeling van de populatie eikenprocessierupsen in Nederland.

Eikenprocessierupsen langs de A2 bij Den Bosch (foto: Henry Kuppen)

Nieuwe locaties in het noorden
In Drenthe werden in de gemeenten Aa en Hunze en Borger-Odoorn voor het eerst eikenprocessierupsen aangetroffen. In Friesland voor het eerst in de gemeente Smallingerland en in de provincie Groningen in Kropswolde. In Noord-Holland zijn de gebieden boven Amsterdam nog rustig en zijn er nog weinig aantastingen gemeld. Dit kan ook veroorzaakt worden door een beperkte monitoring en toch ook nog onbekendheid met de rups.

Bossen en natuurgebieden
Ondanks de voorkeur van de eikenprocessierups voor monoculturen van lange eikenlanen komt de rups steeds meer voor in natuurgebieden. Ook in 2014 zagen we in gemengde bossen veel nesten van de eikenprocessierups. Zelfs in eiken in de Weerribben, waar slechts een beperkt deel van de beplanting uit eik bestaat, zitten nesten.

Seizoen 2015
Op basis van de feromoonvalvangsten en de locaties waar meer nesten zijn waargenomen is de verwachting dat de populatie van de eikenprocessierups in 2015 verder zal groeien. Het verloop van deze ontwikkeling kan echter grillige vormen aannemen omdat het beeld niet over heel Nederland gelijk is. Door met name bezuinigingen wordt op veel plaatsen zowel beperkt gemonitord als onvoldoende bestreden. Het advies is om tijdig voldoende budget beschikbaar te stellen om verdere uitbreiding van de eikenprocessierups in 2015 zoveel mogelijk te beperken c.q. de rups terug te dringen, zodat mens en dier zo weinig mogelijk nadelige gevolgen ondervinden van de eikenprocessierups.

Tekst: Kenniscentrum Eikenprocessierups
Foto’s: Henk Moes; Silvia Hellingman; Henry Kuppen