Erg veel dagvlinders in warm weekend
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
In het weekend van 1 en 2 november zijn er bijna 2000 dagvlinders gemeld via de invoerportalen Waarneming.nl en Telmee. Er waren maar liefst 17 soorten actief deze dagen. De atalanta was de grote winnaar.
Bijna 900 atalanta’s zijn er gezien. Opvallend was dat vooral in de ochtenduren er veel trekkende atalanta’s werden doorgegeven. De atalanta is een trekvlinder die normaal gesproken in het najaar naar het zuiden vliegt. De soort kan flinke vorst niet overleven. Op trektelposten, waar vrijwilligers de langs- en overtrekkende vogels tellen, worden vaak ook de atalanta’s die langskomen genoteerd. Eerder vorige week werden er op de telpost in Strabrecht op een ochtend meer dan 400 doorgegeven. Een andere trekvlinder stond op nummer twee de afgelopen twee dagen, namelijk oranje luzernevlinder. Deze is een stuk schaarser dan de atalanta, maar de laatste jaren wordt hij wel regelmatiger gezien. Dit weekend zijn er nog zo’n 200 geteld.
De posities 3 tot en met 6 van de toptien waren in handen van vier soorten die in ons land als vlinder overwinteren. Zij zijn met dit warme weer nog actief, maar gaan in winterslaap zodra de koude intreedt. Dagpauwoog en kleine vos overwinteren ook wel in huizen en schuurtjes en deze kun je de komende dagen en weken dus binnenshuis vinden. Het beste wat je met zo’n vlinder kunt doen is hem koud wegzetten, want twintig graden vorst kunnen ze prima overleven, maar juist warmte is dodelijk. Citroenvlinder en gehakkelde aurelia kruipen als vlinder weg in groenblijvende struiken en gaan daar in winterslaap.
Van de overige soorten zijn vooral klein koolwitje en bont zandoogje nog flink gemeld. Die laatste heeft een erg lange vliegtijd en had dit jaar een bijzonder grote derde generatie in september en begin oktober. Het lijkt er op dat door de hoge temperaturen er zelfs een aantal vlinders een vierde generatie vormen, want er werden nog erg verse bont zandoogjes gemeld en ook uit Engeland komen berichten van vers uitkomende vlinders. De kans dat deze zich nog succesvol voort kunnen planten is bijzonder klein, want de kans dat een mannetje en vrouwtje elkaar vinden bij zulke lage dichtheden is klein en bovendien lijkt de tijd voor de eventuele nakomelingen te kort om nog het juiste overwinteringsstadium te bereiken.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting