Sterft de ‘Trekduif’ voor een tweede keer uit?
Bericht uitgegeven door Natuurpunt [land] op [publicatiedatum]
Vandaag exact honderd jaar geleden stierf de Trekduif uit. Erger nog: datzelfde trieste lot lijkt ook voor onze Zomertortel niet meer zo ver af. Natuurpunt trekt samen met BirdLife International aan de alarmbel en vraagt extra aandacht voor trans-Saharatrekkers zoals de Zomertortel, opdat de geschiedenis zich niet herhaalt.
De Zomertortel of gewoonweg Tortelduif, zoals ze vroeger heette, mag niet verward worden met de Turkse Tortel. Die laatste maakte in België pas haar intrede als broedvogel in 1955, de Zomertortel zit hier al veel langer. Zomertortels zijn uitgesproken trekvogels. Tot in Afrika vliegen ze, de hele Sahara over. Hun zachte kirrende roep op een warme zomerochtend, zittend op een afhangende wilgentak in een moerasbos, werpt een sfeer van rust over het landschap. Tot enkele jaren geleden toch. Nu blijft die tak in heel wat gebieden leeg. De omgeving blijft stil. Zijn we de Zomertortel kwijt? De Trekduif achterna?
In Amerika is het verhaal van de Trekduif, de Passenger Pigeon, eentje dat nog steeds nazindert. De populatie werd geschat op 3 tot 5 miljard vogels en werd aanzien als een pest. De voorraad was gigantisch en leek onuitputtelijk. In 1874 werden in Michigan soms tot 25.000 vogels per dag gedood. Veertig jaar later sterft de soort uit: vandaag precies een eeuw geleden, op 1 september 1914 legt Martha, de laatste der Trekduiven, het loodje in de Cincinnati Zoo.
Toch hebben we niets geleerd uit dit trieste voorval. Met onze Zomertortel kiezen we in real-time immers voor een herhaling van dat scenario. Ondanks het gigantische verspreidinggebied, dat zich uitstrekt van Europa tot West-China, wordt in Europa een alarmerende achteruitgang vastgesteld. Wereldwijd zijn er nog heel wat exemplaren, maar ‘heel wat’ heeft geen betekenis meer wanneer een soort ernstig bedreigd wordt. Terwijl de Oost-Europese populatie nog relatief lijkt stand te houden (maar daar zijn accurate populatiecijfers niet voorhanden), zien we hoe de teller in West Europa in een rotvaart naar het nulpunt scheert.
In de jaren ’70 waren Zomertortels nog algemeen in Klein-Brabant, in 1988 werden hier nog 194 paren geteld, en in 2001 restten daarvan nog 75 paren. Kijken we naar de gegevens van 2014 in waarnemingen.be, dan vinden we voor Klein-Brabant nog een luttele 4 waarnemingen van zingende exemplaren. Ook in Limburg is de achteruitgang ronduit dramatisch te noemen, het provincietotaal lag in 1992 nog op 1500 tot 2000 paren. De huidige populatie vandaag dedag wordt geraamd op hooguit 750 paren. Of het dan daadwerkelijk ook om succesvolle ‘broed’paren gaat is dan zeer de vraag. Gezien de sterke achteruitgang is het best mogelijk dat een deel van de nog vastgestelde, zingende vogels niet gekoppeld is, of dat ze hun partner niet zagen terugkeren. In Nederland stellen ze al sinds 1990 een afname vast van 5% per jaar. Dat betekent een halvering van de broedpopulatie om de vijf jaar. Dezelfde gegevens gelden ook in grote delen van Europa, op de langetermijntrend (sinds 1980) knippert een rode -79%.
De Zomertortel prijkt ondertussen in het rijtje van de zoveel bedreigde vogelsoorten. Voor vele daarvan kennen we de klassieke oorzaken, zoals landbouw die alsmaar intensiever wordt, het broedbiotoop dat verdwijnt… Bij de Zomertortel is het meer dan dat: jacht en consumptie vormen ondertussen wellicht de grootste doodsteek voor de soort. Wanneer ze na de oversteek van de Middellandse Zee uitgeput neerstrijken, staat het kookpotje klaar en wacht een commercieel hongerige bende hen op. In vrijwel alle landen rond en in de Middellandse Zee worden ze massaal en illegaal afgevangen of neergeschoten. Ze zijn dan op hun talrijkst en de weinig ervaren jonge vogels zijn een makkelijk doelwit. Naar schatting 2 tot 3 miljoen vogels leggen het loodje door de jacht, dat is bijna de helft van de broedpopulatie.
De tortels die uit het vizier blijven, moeten op hun nog beschikbare vetreserve over de alsmaar breder wordende Sahara trekken. Maar zelfs dat is nog geen garantie op overleven. Ook in de Sahellanden worden Zomertortels samen met vele andere soorten erg gesmaakt en daarbovenop gaat het aantal geschikte biotopen voor de soort steeds verder achteruit. Onze tweede Trekduif lijkt aan het kruis genageld. Waanzinnig.
BirdLife International en haar partners werken tegen de klok aan het project Living on the Edge (een ambitieus reddingsplan voor alle trans-Saharatrekkers) die het slachtoffer van zijn van deze meervoudige problematiek. Willen we efficiënt aan de toekomst van de Zomertortel werken, moeten we onze ambitie als BirdLife partner snel naar een hoger niveau liften. Want 100 jaar na de doodklok van de Trekduif, klinkt er een gelijkaardig noodsignaal.
Tekst: Gerald Driessens
Foto: David Verdonck