Wintergroene orchideeën deel 2; Bijenorchis en Vliegenorchis
Werkgroep Europese OrchideeënBericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën [land] op [publicatiedatum]
Van een (echte) winter is al enkele weken geen sprake meer. Met de komst van de meteorologische lente nemen we nogmaals de wintergroene orchideeën onder de loep. Ditmaal worden Bijen- en Vliegenorchis belicht.
Hoe te herkennen?
Van alle inheemse orchideeën spreken Bijenorchis (Ophrys apifera) en Vliegenorchis (Ophrys insectifera) het meest tot de verbeelding. Met name de vorm van de bloem wijkt af van andere inheemse soorten die veelal een rijkbloemige bloeiaar bezitten. Dit in tegenstelling tot Bijenorchis en Vliegenorchis waarbij de bloem op een insect en de bloeiaar relatief armbloemig is. Bijenorchis heeft een vrij bolle lip, met roze bloemdekbladen. Hoewel je met veel fantasie er een bij in zou kunnen ontdekken heeft de bloem van de Bijenorchis geen specifieke functie. Vliegenorchis daarentegen bezit een minder kleurrijke bloem. De lip is nagenoeg donkerbruin met een donker- tot lichtblauwe spiegel. De bloemdekbladen zijn groen van kleur, net als de rest van de plant. Bij Vliegenorchis heeft de bloem wel een functie, namelijk het lokken van mannelijke graafwespen. Deze zien de bloem voor een vrouwtje aan en zullen al snel proberen met de bloem te paren. Naast visuele verleiding verspreid de bloem ook feromonen. Dit zijn sekslokstoffen die de mannetjes van ver ruiken. Doordat de mannetjes wild de liefde bedrijven met de bloem krijgen zij stuifmeelklompjes opgeplakt. De mannelijk graafwespen trappen nog vaak in deze val waardoor de stuifmeelklompjes verspreid worden.
Groeicyclus
In de vroege herfst (medio oktober) zijn de eerste bladrozetten van Bijenorchis reeds bovengronds aanwezig. Vliegenorchis volgt pas veel later. Omstreeks de kerstdagen verschijnen de eerste bladen bovengronds. ‘s Winters vindt er een winterrust plaats. Dit houdt in dat het bladrozet niet verder groeit. Pas in het late voorjaar ontwikkelt zich een bloeiaanzet. Het voorjaar is overigens de beste periode om te zoeken naar deze planten. De omringende vegetatie is dan laag, en de frisgroene rozetten vallen dan sneller op in de nog grauwe omringende vegetatie. Een bijkomend voordeel is dat je in het voorjaar ook de jonge planten mee kan tellen. Deze planten zullen niet bloeien en worden om deze reden vaak gemist met tellingen.
Verspreiding
De afgelopen decennia is het aantal vindplaatsen van Bijenorchis enorm toegenomen. De soort heeft zich inmiddels al op enkele waddeneilanden gevestigd. Het aantal vindtplaatsen van Vliegenorchis daarentegen toont een tegenovergestelde trend. De afgelopen dertig jaar is het aantal vindplaatsen van 19 teruggelopen naar 5. Daarnaast worden op de meeste plekken ieder jaar slechts één of een handjevol planten aangetroffen waardoor deze populaties erg kwetsbaar zijn. Hierdoor hebben natuurorganisaties een hoge verantwoordelijkheid ten opzichte van het behoud en herstel van vliegenorchispopulaties. Iets dat helaas soms gepaard gaat met vallen en opstaan.
Beheer
De werkgroep zet zich sinds enkele jaren samen met Staatsbosbeheer in voor behoud en herstel van een populatie Vliegenorchis in Zuid-Limburg. Door samen kleinschalig beheer toe te passen in een kalkgrasland lijkt een kwetsbare populatie weer op te krabbelen en zijn de aantallen bloeiende planten vertweevoudigd.
Wintergroen?
Formeel gezien is wintergroen wellicht niet geheel de juiste benaming voor deze groep planten. Wintergroen wordt vaak gebruikt voor een groep planten die bladhoudend is. Wintergroene orchideeën zijn niet bladhoudend maar overwinteren als bladrozet. De komende periode belicht de W.E.O. nog de duo's, Harlekijn - Hondskruid en Aapjesorchis - Poppenorchis. Bokkenorchis ging hen al voor in een eerder natuurbericht.
Tekst: Mark Meijrink, Werkgroep Europese Orchideeën
Foto's: Mark Engels; Mark Meijrink