84 Bechsteins vleermuizen in Nietelbroeken in Diepenbeek
Bericht uitgegeven door Vleermuizenwerkgroep Natuurpunt [land] op [publicatiedatum]
Afgelopen zomer ontdekten vleermuisonderzoekers een uitzonderlijk grote groep van 84 Bechsteins vleermuizen in het Natuurpuntgebied Nietelbroeken in Diepenbeek. Wellicht gaat het om een van de vijf grootste kolonies van heel Europa. Bechsteins vleermuizen zijn in heel Europa zeldzaam en beschermd. In Vlaanderen leven naar schatting slechts een 300 à 600 dieren.
In 2011 voerden Daan Dekeukeleire en René Janssen een uitgebreid onderzoek uit naar de Bechsteins vleermuis in het zuidoosten van Limburg. Dat onderzoek werd gesubsidieerd door de provincie Limburg. Zuidoost-Limburg bleek namelijk de laatste regio in Vlaanderen te zijn waar de soort nog voorkomt in de zomer. De dieren werden met mistnetten gevangen, kregen een zendertje opgekleefd en werden nadien gevolgd met antennes en ontvangers. Op die manier waren de onderzoekers in staat om de zogenaamde kraamkolonies te vinden. Onder andere in het natuurgebied Nietelbroeken werd tijdens dit onderzoek zo’n kraamkolonie gevonden.
Dit jaar vingen de onderzoekers in Nietelbroeken gedurende één nacht vleermuizen en werd één dier van een zendertje voorzien. Om de boom te vinden waarin de kraamkolonie huisde, vatte René Janssen de volgende avond post onderaan de boom. Tot zijn grote verbazing stopte de teller pas stopte na 84 uitvliegende dieren. Daarmee behoort deze kolonie tot de vijf grootste van deze soort in Europa, en vormt ze mogelijk een aanzienlijk deel van de Vlaamse populatie.
In het Limburgs natuurgebied Nietelbroeken loopt momenteel een natuurherstelproject met de steun van het Europese natuurfonds LIFE+. Dankzij die steun kan Natuurpunt in de regio bloemen- en insectenrijke hooilanden herstellen en de ontwikkeling van natuurlijke bossen mogelijk maken. Hierbij wordt ook aandacht geschonken aan het creëren van geschikte leefgebieden voor Europees beschermde dieren zoals de Bechsteins vleermuis. “Vermits de Bechsteins vleermuis gebonden is aan oud bos met veel ondergroei, zullen we hieraan de nodige aandacht geven in het verdere verloop van het project”, zegt Jos Ramaekers, beheerder van het natuurgebied.
De Bechsteins vleermuis is een middelgrote soort met opvallend grote oren. Enkel de grootoorvleermuizen hebben nog grotere oren. Hij heeft een lichtbruine tot roodbruine bovenzijde en een grijswitte buik. Ook de vleugelmembranen zijn grijzig bruin. Ze zijn vrij kort en breed, waardoor de soort zich behendig manoeuvreert in dichte bossen. De spanwijdte van een Bechsteins vleermuis bedraagt 25 tot 30 centimeter. De snuit is roodachtig bruin en het gezicht is kaal en roze.
De soort is een echte bosbewoner. Kraamkolonies bevinden zich in holle bomen en worden daardoor zelden waargenomen. De soort jaagt laag bij de grond en dicht bij vegetatie op motten, maar ook op andere insecten als muggen en kevers. Ze maakt gebruik van zeer zachte echolocatie, waardoor ze ook met speciale bat-detectoren nauwelijks waar te nemen zijn. Overal waar de Bechsteins vleermuis voorkomt is ze zeer zeldzaam en bedreigd. Ze geniet daarom ook Europese bescherming.
Tekst: Kris Boers, Vleermuizenwerkgroep Natuurpunt
Foto: René Janssen