Spons Kempen~Broek raakt weer gevuld met water
ARK Rewilding NederlandBericht uitgegeven door ARK [land] op [publicatiedatum]
Deze zomer was het Kempen~Broek in Limburg lange tijd een van de droogste regio´s van het land. Met de overvloedige regen van de laatste maanden raakt het gebied nu weer gevuld met water. Dankzij natuurontwikkeling keert de sponswerking van het Kempen~Broek terug. Water wordt langer vastgehouden en dat is goed voor de natuur en goed voor de landbouw in de omgeving.
Zoals de naam al aangeeft is het Kempen~Broek van oorsprong een kletsnat gebied. Beekjes stroomden vanuit uitgestrekte moerassen naar de Maas. Dit moeras werkte als spons die veel regen- en kwelwater opnam en geleidelijk weer vrijgaf. Door kanalisatie van beken en diepe ontwatering is een groot deel van die sponswerking de afgelopen eeuw verloren gegaan. ARK Natuurontwikkeling werkt in het Kempen~Broek aan de ontwikkeling van nieuwe natuur waarin die spons weer gaat werken.
Veel van de nieuwe natuur in het Kempen~Broek ligt op voormalig boerenland op de laagste en natste plekken. Na een lange droge zomer heeft het najaar veel regen opgeleverd. Daardoor lopen natuurgebieden langs de Abeek, de Siëndonk en de Raam weer onder water. ARK zorgt er in die natuurgebieden voor dat greppels en sloten worden gedicht zodat het water weer in de spons achterblijft. Door het opvangen van neerslagpieken en water in het gebied langer vast te houden, wordt de afstroom van water naar de grote rivieren afgeremd en draagt de nieuwe natuur zo ook bij aan lagere hoogwatergolven op de Maas.
Afgelopen voorjaar zagen we al wat de nieuwe natte natuur kan opleveren: moerassen vol met koekoeksbloemen en weidevogels die terugkeerden als broedvogel. Op langere termijn bufferen de natuurgebieden nog meer water, zodat in droge periodes ook de landbouw kan profiteren tijdens waterschaarste.
Kom ook zelf kijken in het Kempen~Broek. De natuurgebieden zijn voor het grootste deel vrij toegankelijk, houd wel minimaal 25 meter afstand tot de grazende runderen en paarden.
Tekst: Denis Frissen en Twan Teunissen, ARK Natuurontwikkeling
Afbeelding: Jeroen Helmer, ARK Natuurontwikkeling