Massale meikevervlucht
Bericht uitgegeven [land] op [publicatiedatum]
Terwijl er jarenlang geen meikever te bekennen was, treedt de soort tegenwoordig zelfs als plaaginsect op. De populatie heeft zich vanaf de jaren negentig enorm opgebouwd. De vraag is of het net als in 1910 en 1960 ook weer ineens afgelopen zal zijn met deze grote aantallen meikevers, en of we hiervoor een oorzaak kunnen vinden.
Er vliegen weer veel meikevers; althans in de Achterhoek in de omgeving van Varsseveld. Van oudsher een gebied waar veel meikevers voorkomen. Het landschap rondom Varsseveld geeft de meikever blijkbaar een prima leefomgeving. Veel eiken en andere bomen om op te foerageren, hoge zandgrond met niet al te hoge grondwaterstanden zodat larven ’s winters diep de bodem in kunnen, en voldoende open plekken en vegetaties om eieren af te kunnen zetten.
De meikever heeft een driejarige levenscyclus. Meikevers leggen in mei of juni eitjes in de grond, nadat ze een poos blad hebben gevreten. Daar komen binnen een paar weken larfjes (engerlingen) uit. Die vreten wortels van allerlei plantensoorten om te groeien. In het najaar, ze zijn dan ongeveer twee centimeter lang, kruipen ze diep de grond in om te overwinteren. Het volgende voorjaar komen ze weer omhoog en vreten vervolgens het hele jaar door aan wortels om te groeien tot een lengte van drie tot vier centimeter. Dan kruipen ze weer diep de grond in en verpoppen zich tot meikever. Deze meikever komt het voorjaar daarop naar boven en dan begint het verhaal opnieuw. Soms duurt deze omloop een jaar langer.
De huidige meikeverpopulatie is al in opbouw vanaf de negentiger jaren vorige eeuw, maar is vooral de laatste acht jaar enorm gegroeid. Aan de hand van tellingen (met een bouw lamp op een bak met water) is het verloop in de jaren weer te geven. In 2009 was er sprake van veel schade aan graslanden (waar stukken opnieuw moesten worden ingezaaid), beplantingen (vooral beukenhagen) en boomkwekerijen. Er zijn zelfs boomkwekers wegens deze schade gestopt met hun bedrijf.
De intensiteit van de vluchten in mei is afhankelijk van de temperatuur. De kevers vliegen pas als de gemiddelde dagtemperatuur boven de 15 graden Celsius komt (‘s nachts boven de 10 en overdag boven de 20 graden).
De meikever heeft allerlei natuurlijke vijanden. Kevers worden gegeten door vogels (uilen, kraaien, mezen) en de engerlingen worden onder andere gegeten door mollen, woelratten, dassen, wilde zwijnen, kraaien, meeuwen, spreeuwen. Toch zien ze blijkbaar kans om zo nu en dan een grote populatie op te bouwen.
Een interessante vraag is waarom de meikeverbevolking de laatste jaren zo massaal groeide. Is het warmere klimaat hier de oorzaak van? Of verlaging van grondwaterpeilen, of veranderingen in de plantenwereld? Een minstens zo interessante vraag is echter wanneer en waardoor de grote meikeverpopulatie zal instorten en verdwijnen. In het begin van de vorige eeuw en in de vijftiger jaren waren er ook veel meikevers. Rond 1910 en 1960 schijnt het meikeverprobleem plotseling te zijn verdwenen. Het is onbekend hoe dit kwam.
Tekst en foto's: Anne Oosterbaan