Blauwe juffers bij je tuinvijver
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Als het een beetje weer is zie je nu volop libellen als je bij water in de buurt bent. Vooral lantaarntje en de blauwe juffertjes, waarvan drie soorten algemeen zijn, kunnen in flinke aantallen bij elkaar worden gezien.
De libellen worden in twee grote groepen ingedeeld: de juffertjes en de ‘echte’ libellen. De juffertjes zijn slank, klein en hebben hun vleugels normaal gesproken over hun achterlijf. De ‘echte’ libellen zijn forser en groter en hebben hun vleugels opzij uitstaan. Vooral juffertjes zie je momenteel veel, en ze kunnen met tientallen bij elkaar zitten. Het algemene lantaarntje heeft een blauw borststuk en een donker achterlijf met op het eind een oplichtend blauw lantaarntje. Watersnuffel, azuurwaterjuffer en variabele waterjuffer hebben over hun achterlijf ook blauwe vlekken, en ze lijken wel wat op elkaar.
Om ze uit elkaar te houden moet je op een aantal zaken letten. De watersnuffel, die vooral veel voorkomt op heiden en bij vennen, maar ook verspreid bij andere wateren heeft een brede lichtblauwe schouderstreep. Dat blauw is breder dan de zwarte streep die eronder ligt. Ook is watersnuffel te herkennen aan het bolletje op het segment vlak achter zijn borststuk. Hij heeft vrij veel blauw op het achterlijf en die stukken zijn ongeveer even groot.
De azuurwaterjuffer lijkt wel op watersnuffel, maar de schouderstreep is duidelijk smaller dan het zwart dat eronder loopt. Op het tweede segment heeft deze soort een U-teken. Op het achterlijf zijn vrij grote blauwe stukken aanwezig, die min of meer even groot zijn. De azuurwaterjuffer is vooral op de zandgronden een zeer algemene juffer, maar komt ook daarbuiten regelmatig voor.
De laatste blauwe juffer die we hier bespreken is de variabele waterjuffer. Deze is vooral talrijk op klei- en veengronden, maar de laatste jaren breidt deze soort zich uit en kun je ze regelmatig samen met de azuurwaterjuffer aantreffen. De naam belooft al niet veel goeds voor de herkenning en hij is inderdaad variabel. Er is minder blauw op het achterlijf en de blauwe stukken zijn niet even groot. De kleur blauw is ook net een slag donkerder dan bij de azuurwaterjuffer. Het makkelijkste kenmerk is de schouderstreep. De meeste variabele waterjuffers hebben een uitroepteken op de schouder. De streep is onderbroken en er is dus een lang deel en een puntje (!).
Je kunt deze juffertjes overal in Nederland aantreffen en zelfs bij een tuinvijver heb je kans. Kijk maar eens of u alle vier de soorten bij u in de buurt kunt vinden en geef uw waarnemingen door via Waarneming.nl of Telmee.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Ab Baas & Kars Veling