Het ascomycetenproject
Nederlandse Mycologische VerenigingBericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]
De Nederlandse Mycologische Vereniging is een ambitieus project gestart om bruikbare determinatiesleutels te produceren voor alle mogelijk in Nederland voorkomende zakjeszwammen. Hoewel het grootste deel van de paddenstoelensoorten tot deze groep behoort, zijn ze minder bekend dan de plaatjeszwammen. Bij de zakjeszwammen horen veel kleine onopvallende paddenstoelen, maar ook opvallende soorten als bekerzwammen en morieljes.
Er zijn twee grote groepen schimmels die paddenstoelen vormen voor de vorming en verspreiding van hun geslachtelijke sporen: ascomyceten (zakjeszwammen) en basidiomyceten (plaatjeszwammen). Hoewel het fundamentele verschil tussen deze twee groepen op microscopisch niveau gemaakt wordt, op basis van het type sporenvormende cellen, kun je in het veld de meeste paddenstoelen al op uiterlijk bij een van deze beide hoofdgroepen onderbrengen. Basidiomyceten zijn mogelijk het meest bekend bij de natuurliefhebbers: alle plaatjeszwammen (zoals de Vliegenzwam), boleten (zoals Eekhoorntjesbrood) en buisjeszwammen (zoals het Elfenbankje) behoren ertoe.
Bij de ascomyceten vind je opvallende paddenstoelen, zoals bekerzwammen en morieljes, maar ook heel veel klein grut. Qua aantallen soorten leggen de basidiomyceten het ruim af tegen de ascomyceten: ruim zestig procent van de wereldwijd beschreven soorten paddenstoelen betreft ascomyceten. Ook in Nederland verwachten we dat het aantal soorten ascomyceten het aantal basidiomyceten ver overtreft, maar als je dan de karteringsgegevens bekijkt kom je bedrogen uit: er zijn op dit moment iets meer basidiomyceten dan ascomyceten uit ons land bekend. Dat is onverwacht, maar niet helemaal.
Zoals gezegd, bij ascomyceten gaat het vaak om kleine, onopvallende soorten: zwarte stipjes op dode stengels of bladeren bijvoorbeeld. Om ze te determineren moeten ze microscopisch bekeken worden. Bovendien is de relevante literatuur tot op het bot versnipperd en vaak ontoegankelijk. Logisch gevolg van dit alles is dat er slechts weinig mycologen serieus naar ascomyceten kijken, en al helemaal niet naar het kleine grut. Jammer, want hoe kleiner hoe mooier, lijkt het wel, en hoe komen we zo ooit te weten wat hun rol is in de ecologie?
Dat is natuurlijk een ongewenste situatie, maar wat doe je er aan? Sinds een jaar of twee probeert een kleine groep ascomycetenliefhebbers om althans een van de hinderpalen weg te nemen: ze zijn begonnen aan het Ascomycetenproject, een project dat tot doel heeft om bruikbare, geïllustreerde sleutels te produceren tot alle ascomyceten die uit Nederland bekend zijn of hier te verwachten zijn. Ambitieus? Dat is zacht uitgedrukt. Vooreerst beperken de sleutels zich tot de genera, en dat is al een hele kluif. Alleen bij de kernzwammen (Pyrenomyceten) gaat het al om ruim 500 genera, en dat was van tevoren niet helemaal voorzien. Het hele project wordt gedragen door amateurmycologen, op dit moment Nico Dam, Stip Helleman, Jan Hengstmengel, Marian Jagers, Henk Lammers, Luciën Rommelaars en Inge Somhorst, en die kunnen er natuurlijk niet full time aan werken. De idee is om sleutels online te publiceren zodra ze af zijn, en ook zorg te dragen voor een uitvoerige inleiding tot de ascomyceten.
Alles is vrij toegankelijk via de website van de Nederlandse Mycologische Vereniging: kies Ascomycetenproject. Op deze site zullen met onregelmatige tussenpozen aanvullingen beschikbaar komen. Op korte termijn hopen we sleutels voor de genera van kleine schijfzwammetjes en bekerzwammen toe te kunnen voegen. Voor de langere termijn staan ook sleutels tot de soorten op de wenslijst, of in ieder geval verwijzingen naar recente en toegankelijke literatuur. Hoe meer gebruikers hoe liever!
Tekst en foto's: Nico Dam, Nederlandse Mycologische Vereniging