Hoe gaat het met de broedvogels van Europa?
Sovon Vogelonderzoek NederlandBericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]
Deze week bracht de European Bird Census Council (EBCC) een nieuw overzicht van de trends van 163 algemene broedvogels uit. Van sperwer tot en met kievit is in kaart gebracht of de soort in Europa afneemt, stabiel blijft of toeneemt. Voor de meeste soorten komt de Europese trend overeen met het beeld dat we van Nederland hebben, maar dit geldt niet voor alle vogels. De nachtegaal doet het bijvoorbeeld niet zo goed in ons land, maar neemt in het oosten van Europa juist flink toe. Een prachtig beknopt overzicht, dankzij het werk van heel veel robuust vogeltelwerk.
Ieder jaar maakt de EBCC, waarin coördinatoren van landelijke vogeltellingen verenigd zijn, een overzicht van hoe het 163 algemene broedvogels van Europa vergaat. Cijfers uit 27 landen zijn samengevat in een mooie folder, waarin je in één oogopslag kunt zien of een soort afneemt, stabiel blijft of juist toeneemt. De gegevens zijn uitgesplitst in de langere termijn (vanaf 1980) en kortere termijn (vanaf 1990).
In de samenvatting wordt opgesomd dat 44 soorten geleidelijk zijn toegenomen. Bij die groep horen soorten als de kraanvogel en Turkse tortel. Ongeveer evenveel soorten bleven stabiel: de grauwe klauwier, gaai en braamsluiper bijvoorbeeld. Meer soorten namen licht af. Dan moet je denken aan de graspieper, geelgors en kievit. Zoals bekend doen vooral de vogels van het boerenland het slecht in Europa.
Nachtegaal
Van sommige soorten is het Europese beeld goed terug te zien in Nederland. Neem de patrijs, zomertortel en ortolaan, die overal sterk afnemen. Voor andere soorten ligt het iets gecompliceerder, zoals de nachtegaal, die het niet zo goed doet in ons land. Ook in de rest van West-Europa neemt deze langeafstandstrekker af. De zanger laat in het oosten van Europa echter een flinke toename zien. Bij elkaar opgeteld zorgt dat ervoor dat de soort Europees gezien in de laatste twintig jaar stabiel is gebleven. Dit is te danken aan het feit dat de nachtegaal drie verschillende trekroutes heeft en overwintert in een brede strook ten zuiden van de Sahara. Dankzij deze grote spreiding in de broed- en overwinteringsgebieden reageert de soort, op Europese schaal bekeken, minder sterk op regionale veranderingen.
Opvallende resultaten
De meeste trends passen in het beeld dat we uit eigen land gewend zijn. Toch springt een aantal soorten eruit, omdat je een ander resultaat zou verwachten. De wielewaal bijvoorbeeld, die stabiel is gebleven. Deze kleurrijke, welbekende soort is steeds minder te horen in ons land. Wat blijkt? De wielewaal breidt zich uit naar het noorden van Europa, waar de zomers steeds warmer worden en er steeds meer habitat geschikt blijkt te zijn. Een stiekeme daler is de rietgors, die al jaren licht in de min zit. Ongetwijfeld speelt de verdroging van moerasgebieden daarbij een rol. Ook een minder opvallende soort als de heggenmus neemt af, waarbij het moeilijk is om de precieze oorzaken te achterhalen. En natuurlijk is het aardig om eens te zien hoe de vele soorten het doen die we vooral of uitsluitend van vakanties kennen.
Meer lezen
Op de website van de EBCC is meer te vinden over achtergronden en methoden, en is per soort een grafiek te downloaden.
Tekst: Albert de Jong en Fred Hustings, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Ran Schols