veldkrekel

Veldkrekels verspreiden zich in het Kempen~Broek

ARK Rewilding Nederland
30-JUN-2013 - De afgelopen weken zijn op verschillende plekken in het Kempen~Broek veldkrekels gehoord. De veldkrekel is in Nederland zeldzaam geworden. Bijzonder in het Kempen~Broek is dat een aantal veldkrekels is gehoord op voormalige landbouwgronden die nu het hele jaar worden begraasd.

Bericht uitgegeven door ARK [land] op [publicatiedatum]

De afgelopen weken zijn op verschillende plekken in het Kempen~Broek veldkrekels gehoord. De veldkrekel is in Nederland zeldzaam geworden. Bijzonder in het Kempen~Broek is dat een aantal veldkrekels is gehoord op voormalige landbouwgronden die nu het hele jaar worden begraasd.

Wie het Kempen~Broek bezoekt, heeft een goede kans op het horen van veldkrekels. En wie het geluid volgt, heeft zelfs de kans om er een te zien. Vroeger was dat in Limburg vrij normaal. Maar met de intensivering van de landbouw verdween de veldkrekel op de meeste plekken; ook uit de meeste gebieden in het Kempen~Broek.

Veldkrekel (foto: Theo Geuens)

In het Kempen~Broek werkt ARK met Natuurmonumenten en vele andere partners aan de ontwikkeling van een groots aaneengesloten begraasd natuurgebied. Op steeds meer plekken grazen TaurOssen en Exmoorpony’s. Voormalige landbouwgronden worden door uitspoeling van meststoffen en door de begrazing snel omgetoverd in schrale bloeiende graslanden. Sommige graslanden zijn nu al gekoloniseerd door veldkrekels.

Vaak zijn ze te horen op plekken waar de grasmat kapot getrapt is. Dierenpaadjes en stierenkuilen zorgen voor echt open grond. De veldkrekels gebruiken die open plekken om op te warmen en in de buurt graven ze hun holletjes.

Naast veldkrekels zijn er talloze andere kleine dieren die profiteren van natuurontwikkeling in het Kempen~Broek, zoals blauwvleugelsprinkhaan en kleine parelmoervlinder. Niet alleen natuur, maar ook recreatie, landbouw en waterbeheer profiteren van de gebiedsontwikkeling door ARK en haar partners in het Kempen~Broek.

Tekst: Twan Teunissen, ARK Natuurontwikkeling
Foto: Theo Geuens