Bloeitijdstip vergelijkbaar met vroeger
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door De Natuurkalender [land] op [publicatiedatum]
De ontwikkeling van planten ligt door het koude voorjaar twee weken achter op de voorgaande jaren maar verschilt niets met de gemiddelde bloei vijftig jaar geleden.
De afgelopen week was het koud, april was koud, maart was zeer koud, februari was koud en ook januari was koud. Op basis van de waarnemingen van eerste bloei en bladontplooiing door vrijwilligers en scholieren in het kader van De Natuurkalender blijkt dat de lente sinds de start van De Natuurkalender in 2001 niet zo laat begon. Vergeleken met het gemiddelde van de afgelopen twaalf jaar ligt de natuur twee weken achter op schema.
Ondanks de kou zitten we momenteel volop in de lente met veel bloeiende planten en met jonge, frisgroene bladeren aan de bomen. Een groene oase. De afgelopen dagen kwamen de een- en tweestijlige meidoorns in bloei, de eerste margrieten, de witte paardenkastanjes, brem, gouden regen en de wilde lijsterbes. Voor ons gevoel is de lente dus laat maar de gemiddelde bloeidatum verschilt vrijwel niets met de gemiddelde bloeidatum in de periode 1940 tot 1968. Er zit zo weinig verschil tussen vroeger en nu doordat de gemiddelde temperatuur van 1 april tot en met nu vrijwel gelijk is aan die van het gemiddelde vijftig jaar geleden. De kleine achterstand die werd opgelopen door de koude maart lijkt daarmee weer teniet gedaan.
Als we naar de Natuurverwachting kijken dan komen de eerste zomerbloeiers al in de verwachting naar voren. Vanaf eind mei worden het eerste groot kaasjeskruid, bosandoorn en dophei in bloei verwacht. Tegen die tijd zullen ook meer grassen in bloei gaan komen en zal de graspollenconcentratie op gaan lopen. Die is nu nog laag.
Kijk voor de verwachting van de vliegtijd van libellen en vlinders en voor de eileg van vogels op deze pagina.
Tekst: Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University
Foto: Paul Busselen, KU Leuven