Voorjaarsuilen wachten nog even
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
De plotselinge kou heeft ervoor gezorgd dat voorjaarsuilen, die normaal gesproken half maart veel aanwezig zijn, nog even op zich laten wachten. Een enkele is al wel gesignaleerd, maar de meeste wachten op hogere temperaturen.
In het Natuurbericht van 7 februari stond een recept om smeer te maken om mee te stropen. Stropen is tegen de schemering een zoete stof aanbrengen op een boom en als het donker is kijken welke nachtvlinders erop zitten te drinken. Er zijn meer dan tien uilen (een nachtvlinderfamilie) die zich in maart en april goed laten lokken door de zoete stof.
Normaal gesproken verschijnen de meeste voorjaarsuilen begin maart, als de nachten niet al te koud zijn. Ook dit jaar zijn er al wel meldingen van onder andere kleine voorjaarsuil en tweestreepvoorjaarsuil, maar minder dan normaal. Door de plotseling ingetreden kou hebben ze weinig neiging om uit de pop te kruipen. De winteruilen, die al vanaf november actief zijn, laten zich ook minder zien als de temperatuur flink onder nul daalt.
Zodra de nachttemperatuur weer boven de 5 graden komt zullen er snel nieuwe soorten tevoorschijn komen. In uw eigen tuin zijn er al een aantal te verwachten en zeker als je in een groene omgeving woont, bijvoorbeeld in de buurt van een park, dan kan het aantal oplopen tot vijf tot acht soorten. Naast de winteruilen (waartoe we ook wachtervlinder en bosbesuil rekenen), zijn er vier soorten voorjaarsuilen die nu staan te popelen om te gaan vliegen. Variabele, dubbelstip-, kleine en tweestreepvoorjaarsuil, waarvan de rupsen op allerlei loofbomen en struiken leven, zijn in het hele land te verwachten, ook in tuinen. In april zijn er nog meer actief. Voor de herkenning van deze soorten en ook voor het recept voor het maken van stroop is er een zoekkaart gemaakt, die kosteloos is te downloaden. U kunt de kaart ook bestellen, tegen alleen verzendkosten.
De uitgave van de zoekkaart voorjaarsuilen is mede mogelijk gemaakt door Prins Bernhard CultuurFonds, de Uyttenboogaart-Eliasen Stichting en de campagne Groen en Doen, van het ministerie van Economische Zaken.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting