Het Kleine Orchideeën Kwartet deel 4; Veenmosorchis
Werkgroep Europese OrchideeënBericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën [land] op [publicatiedatum]
Het Kleine Orchideeën Kwartet wordt afgesloten met de vierde en laatste orchidee, Veenmosorchis. Deze is zeer zeldzaam geworden en kan alleen nog gevonden in een aantal laagveenmoerassen en natte heidevelden. Bijzonder aan Veenmosorchis dat hij zich op drie manieren kan voortplanten. De meest bijzondere, waar hij bekend om staat, is de voortplanting door middel van broedknolletjes, een soort kruikjes die zich aan de rand van het blad ontwikkelen. In het najaar vallen deze af en bewegen met het grondwater mee naar de juiste plek om te kiemen.
Naam
Veenmosorchis dankt haar naam aan de vader van de binominale naamgeving Linnaeus. Hij bezat een zomerhuisje waar hij een minuscuul orchideetje aantrof. Hij vernoemde de soort naar het plaatsje Hammarby (vlakbij de plek waar hij de planten aantrof). De naam paludosa gaat in op de standplaats van Veenmosorchis namelijk: moeras bewonend / groeiend in moeras. Opmerkelijk genoeg gaat de wetenschappelijke naam niet in op een bijzonder fenomeen van de Veenmosorchis.
Apart fenomeen
Veenmosorchis is een heel bijzondere soort wanneer we kijken naar het voortplantingsmechanisme. De soort ‘spreidt namelijk haar kansen’. Zo is Veenmosorchis in staat zich voort te planten middels de gangbare manier, bestuiving van de bloemen door insecten (entomogame voortplanting). Als backup heeft de soort nog twee manieren van voortplanten.
De eerste is in strikte zin weliswaar geen directe manier van voortplanten maar wel opmerkelijk genoeg om te vermelden. Vanuit de eerder beschreven wortelknol kan de soort nieuwe bloeiwijzen aanmaken. De literatuur vermeldt zelfs dat nieuwe planten ontstaan vanuit de bovengrondse schijnknol. Het grote voordeel (vanuit het standpunt van de plant) is dat de wortelknol over de juiste connecties beschikt. In dit geval mycorrhiza schimmels, waar de Veenmosorchis net als alle andere orchideeën, mee samen leeft. Het is niet duidelijk of men deze methode van voortplanten heeft verwisseld met het vegetatief vermeerderen van de plant. Vanuit dezelfde wortelaanzet kunnen namelijk schijnknollen aangroeien waaruit nieuwe planten ontstaan. Dit is dan ook de reden waarom Veenmosorchis vaak in groepjes aangetroffen wordt.
De laatste methode van voortplanten is waar de Veenmosorchis om bekend staat. De soort maakt namelijk tegen het einde van de bloei ‘broedknolletjes’ aan op de rand van het blad. Deze broedknolletjes zien er uit als kruikjes wanneer ze bekeken worden onder een binoculair. In het najaar vallen deze broedknolletjes van het blad af. De kleine kruikjes vallen door het veenmos heen, maar blijven drijven en gaan dus mee met een wisselende grondwaterstand. Veenmosorchis groeit namelijk op natte plekken zoals veenmosrietlanden of zogeheten ‘doorstroom veentjes’. De broedkruikjes bewegen mee met het waterpeil en Veenmos waardoor ze op de juiste plek kunnen kiemen, namelijk net onder het oppervlakte van veenmos.
Hoe te herkennen?
Van alle soorten beschreven in het Kleine Orchideeën Kwartet is Veenmosorchis de meest illustere. De planten zijn groengeel van kleur. Wanneer zij in groene veenmossen groeien vallen zij gemakkelijk weg tegen de achtergrond waardoor de soort moeilijk te vinden is. Veenmosorchis bezit in de regel een tweetal bladen zichtbare bladen, meestal zijn er 4 tot 5 bladen in totaal aanwezig waarvan het merendeel verborgen is in het veenmos. In het hart van de bladen ontspruit een bovengrondse schijnknol. Vanuit deze schijnknol verschijnt in mei een bloeiaanzet waar de knoppen reeds gebundeld en opeengepakt zichtbaar worden. De bloemen zijn erg klein, circa een halve centimeter in doorsnee. Wanneer een bloem zich opent draait het vruchtbeginsel zich. Door een kurkertrekkerachtige beweging draait de bloem daarom 360 graden!
Variabiliteit
Planten variëren nauwelijks. Wel worden de planten naarmate de bloei vordert steeds ranker. Wanneer de bloei aanvangt en slechts enkele bloemen open zijn, bezitten de planten veelal een gedrongen uiterlijk. Later in het seizoen wanneer alle bloemen geopend zijn, heeft de bloeistengel zich gestrekt. Hierdoor neemt de afstand tussen de afzonderlijke bloemen toe.
Zeldzaamheid en waar te vinden?
In Nederland is de soort inmiddels sterk afgenomen en zeer zeldzaam geworden. Diverse natuurorganisaties, waaronder Natuurmonumenten, zetten zich specifiek in voor het behoudt van deze soort. Landschap Noord-Holland is zelfs een actie begonnen “Adopteer een Soort”, waarbij je de Veenmosorchis kunt adopteren.
Veenmosorchis is te vinden in de laagveenmoerassen in Overijssel, Friesland en Noord-Holland. De soort wordt op enkele plekken in Twente en Noord-Brabant nog aangetroffen in natte heidevelden met veenmosgroei of verlande vennen.
Waarnemingen doorgeven?
Nieuwe en oude vondsten van Veenmosorchis kunt u doorgeven op waarneming.nl of telmee.nl.
Wat vooraf ging
Eerder belichtte de W.E.O. drie andere orchideeënsoorten in haar kleine orchideeën kwartet. Namelijk, Kleine keverorchis (Neottia cordata), Dennenorchis (Goodyera repens) en Honingorchis (Herminium monorchis). Veenmosorchis (Hammarbya paludosa) sluit de reeks af.
Nieuwe reeks
Komende tijd gaat de W.E.O. verder met een nieuwe reeks genaamd, ‘Bosvogeltjes: bleek, wit en rood’.
Tekst: Mark Meijrink, Werkgroep Europese Orchideeën
Foto's: Mark Meijrink; Rudolf Dundr