Merel bedreigd door Usutu-virus?
Bericht uitgegeven door Vogelbescherming Vlaanderen [land] op [publicatiedatum]
De Merel is één van onze meest opvallende tuinvogels en meteen de meest algemene lijsterachtige in West-Europa. Maar daar zou wel eens snel verandering kunnen in komen. Dit jaar stierven in Duitsland al 300.000 Merels aan het Usutu-virus. In sommige steden vallen er zoveel slachtoffers dat er in hele wijken bijna geen Merel meer te vinden is. De oorzaak was snel gekend: het Usutu-virus. Het wordt bang afwachten of dit killervirus binnenkort ook zal toeslaan in België.
Het Usutu-virus vindt zijn oorsprong in Afrika en wordt overgebracht door muggen. Vermoed wordt dat het via trekvogels naar Europa werd overgebracht. Het is wellicht een kwestie van tijd voordat het virus ook in Vlaanderen opduikt. Vooral zangvogels zijn gevoelig voor het Usutu-virus. Intussen werd het reeds vastgesteld bij meer dan vijftig verschillende vogelsoorten. De meeste zijn enkel dragers maar vooral bij Merel (Turdus merula) vielen heel wat slachtoffers. Voor Merels is het dodelijk maar ook uilen blijken erg gevoelig voor het virus.
In 2001 dook het Usutu-virus al eens op in Oostenrijk, waarna het zich verspreidde over Italië, Hongarije en Duitsland. Maar dit keer is het echt menens: maar liefst een derde van de Duitse merelpopulatie werd ondertussen van de kaart geveegd. Aanvankelijk werden de besmettingen vooral in het zuidwesten van Duitsland vastgesteld, maar sinds kort zijn er gevallen bekend uit de deelstaat Noordrijn-Westfalen, vlakbij de Nederlandse grens.
Merels die besmet zijn met het virus zijn relatief gemakkelijk te herkennen. Ze zien er - zelfs bij overvloedig voedselaanbod - ongezond en verzwakt uit. Vaak zijn ze apathisch, hebben een verfomfaaid verenkleed en zijn sterk vermagerd. Verder vertonen ze evenwichtstoornissen waardoor ze nauwelijks kunnen vliegen en gemakkelijk kunnen worden gevangen. Na twee tot drie dagen leggen ze het loodje. Er bestaat momenteel nog geen vaccin tegen deze tropische ziekte.
Vogelbescherming Vlaanderen en haar tien Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren (VOC’s) zijn uiterst waakzaam en werken middels het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen samen met het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA) in Ukkel. De dienst Aviaire Virologie en Immunologie doet al sinds 2010 onderzoek naar het voorkomen van het West-Nijlvirus bij vogels en onderzoekt tegelijk ook de mogelijke aanwezigheid van het Usutu-virus. In België werden er voorlopig in geen enkel staal sporen teruggevonden, er is dus vooralsnog geen reden tot paniek. Een bijkomend voordeel: de muggentijd is voor dit jaar zo goed als voorbij.
De verwachting is dat ongeveer 70% van de Merels immuniteit tegen het virus zal ontwikkelen na de epidemische piek. Maar vogels kunnen die immuniteit ook relatief snel weer kwijtspelen. Het virus vormt overigens geen bedreiging voor de volksgezondheid. Mensen worden, net als vogels, besmet door muggen maar het virus is voor de mens relatief onschuldig. Symptomen bij de mens blijven beperkt tot hoofdpijn, misselijkheid en een grieperig gevoel.
Vogelbescherming Vlaanderen doet veiligheidshalve toch een oproep naar het grote publiek om pas gestorven of ziek ogende Merels en andere vogels te melden bij het dichtst bijzijnde Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren af te leveren.
Tekst: Vogelbescherming Vlaanderen
Foto: Dieder Plu