Usutu-virus, de “merel-ziekte” in Nederland
Vogelbescherming NederlandHet Usutu-virus vindt zijn oorsprong in Afrika en wordt overgebracht door muggen. Vermoedelijk is het virus via trekvogels naar Europa overgebracht, waar het in 2001 voor het eerst opdook in Oostenrijk. Vanuit daar verspreidde het zich over Europa, met in 2012 een massale slachting onder de merels in Duitsland tot gevolg. Meer dan 300.000 vogels stierven. In sommige Duitse steden was de sterfte zo massaal dat de merels praktisch verdwenen waren uit de tuinen en parken. Sindsdien waart het virus nog steeds rond in Europa en de laatste jaren ook in Nordrhein-Westfalen, de Duitse deelstaat die aan Nederland grenst. Het was dus wachten tot het virus in Nederland zou opduiken.
Weinig gevaar voor mensen
Het is zeer uitzonderlijk dat mensen besmet raken. Het virus wordt door steekmuggen, voornamelijk uit het geslacht Culex, overgedragen. In Europa zijn tot nu toe vijf patiënten met het Usutu-virus bekend, ondanks grootschalige uitbraken bij vogels. Bij drie van deze patiënten was het immuunsysteem verzwakt.
Herkennen zieke merel
Een merel die is besmet met het Usutu-virus is vaak gemakkelijk te herkennen. Ze zien er, ook als er veel voedsel aanwezig is, ongezond en verzwakt uit. Ze zijn makkelijk te benaderen, hebben een slordig verenkleed en zijn sterk vermagerd. Verder hebben ze evenwichtsstoornissen en kunnen ze soms moeilijk vliegen. Na twee tot drie dagen zijn ze dood. De verwachting is dat merels uiteindelijk immuniteit tegen het virus zullen ontwikkelen.
Zieke vogel melden
Mensen kunnen helaas weinig doen om de merels te beschermen of besmetting van de merels te voorkomen. Mensen die een dode merel in hun tuin vinden, kunnen die begraven of in een plastic zak in de grijze kliko gooien. Pak de vogel daarbij wel op met wegwerphandschoenen of een plastic zakje, ook al is de kans op besmetting voor mensen klein. Daarnaast roepen we iedereen op om dode vogels te melden, zodat we een goed beeld krijgen van de omvang van de Usutu-uitbraak.
Een net gestorven merel kan gemeld worden bij het Dutch Wildlife Health Centre via het meldingsformulier. Net gestorven vogels kunnen namelijk nog op het virus worden onderzocht. Het DWHC doet al jaren onderzoek naar verschillende vogelziektes en onderzoekt vogels dus ook op de aanwezigheid van het Usutu-virus. Vindt u een merel die waarschijnlijk al wat langer dood is, dan graag een melding via de site van Sovon Vogelonderzoek Nederland. Sovon inventariseert onder meer de zieke en dode vogels in heel Nederland en analyseert de gegevens.
Tekst: Marieke Dijksman, Vogelbescherming Nederland
Foto's: Dieder Plu; Malene Thyssen