Gladde slang verovert de Heumense Schans
Stichting RAVONBericht uitgegeven door Natuurmonumenten en Stichting RAVON op [publicatiedatum]
Voor het eerst is er een gladde slang waargenomen op de Heumense Schans bij Molenhoek (LB). Ook zijn er de afgelopen weken veel gladde slangen op nabij gelegen terreinen zoals de Mookerheide en Mulderskop waargenomen. Deze uitbreiding van het leefgebied is te danken aan speciale beheermaatregelen waar de gladde slang van profiteert.
Recente waarnemingen
Het weer is de laatste weken zeer goed geweest voor het waarnemen van gladde slangen (Coronella austriaca): niet te heet, af en toe een kleine regenbui en de zon die regelmatig tussen de wolken door schijnt. Op de Heumense Schans werd voor het eerst een gladde slang waargenomen en op foto vastgelegd, op de Mookerheide werden tijdens een excursie twee volwassen dieren waargenomen, en op de iets noordelijker gelegen Mulderskop werden diverse volwassen gladde slangen en ook de eerste jongen van dit jaar gezien. Voor een soort die bekend staat om zijn verborgen levenswijze een zeer hoge score! De waarnemingen betroffen zowel mannetjes als vrouwtjes en ook dat is heel bijzonder, want in deze tijd van het jaar worden meestal alleen zwangere vrouwtjes waargenomen. Gladde slangen zijn levendbarend: ze broeden de eieren uit in het moederlichaam en daarvoor is veel zonnewarmte nodig.
Beheermaatregelen pakken goed uit voor reptielen
Het beheer van Natuurmonumenten op de Mookerheide, waar ook de Heumense Schans en Mookerschans onderdeel van uitmaken, is gericht op diversiteit, zowel voor planten als dieren. Schotse Hooglanders begrazen de heidegebieden en in de zomer trekken er schapen onder begeleiding van een herder door het gebied. Zij houden de heidegebieden open en zorgen voor een gevarieerd structuurrijk heidegebied, met oude en jonge heide, afgewisseld door braam en bremstruwelen, vergraste delen en zelfs open zand. Een goede konijnenpopulatie op de Mookerheide en erosie op de hellingen zorgen voor voldoende open zand. Naast begrazing vinden er aanvullende kleinschalige maatregelen plaats zoals het verwijderen van bosopslag, plaggen en maaien. Maar ook het open maken van de bosranden eromheen leidt tot een geleidelijke overgang van open naar gesloten landschap. Het laten liggen van takken en boomstammen biedt ideaal leefgebied voor reptielen zoals de gladde slang, hazelworm en zandhagedis. Om nog maar niet te spreken over diverse sprinkhanen en vlinders.
De bosranden worden ook begraasd. Soms maakt het bos plaats voor heide zoals bij de Mookerschans waar heidevegetatie een nieuwe kans krijgt en hier ook zichtbaar gebruik van maakt. Struikheide, gewone brem, rode dopheide, stekelbrem en klein warkruid zijn volop aanwezig. Mede door het beheer krijgen met name de reptielen meer geschikt leefgebied. Dat is goed te monitoren en afgelopen jaren zien we de aantal waargenomen dieren toenemen.
Van een aantal gladde slangen zijn foto’s gemaakt van de kop omdat daarmee individuen te herkennen zijn. Hiermee kunnen we in de toekomst bekijken hoe deze individuen het gebied gebruiken, welke afstanden ze afleggen en of er uitwisseling tussen de diverse nabijgelegen gebieden is.
Herkenning, verspreiding en bescherming
De gladde slang dankt zijn naam aan zijn ongekielde schubben, waardoor de soort een glad uiterlijk heeft. Hij wordt nogal eens verward met de adder. Het verschil zit in de ronde pupil, de duidelijk slankere bouw, een hooguit wat vage zigzagtekening en een langere staart. Gladde slangen leven vooral van jonge nestmuizen en, zoals op de Mookerheide, van zandhagedissen. Ze zijn niet giftig en niet agressief.
Gladde slangen komen vooral voor op heideterreinen, hoogvenen en stuwwallen. In hun verspreiding zijn ze duidelijk beperkt tot zandgronden. Ook uit andere gebieden in Nederland, zoals De Meinweg en Cartierheide, kwamen de laatste weken waarnemingen binnen van gladde slangen.
De gladde slang staat op de Rode Lijst aangemerkt als "bedreigd” en de soort wordt beschermd door de Flora- en faunawet. Ook heeft hij een beschermingstatus in de Conventie van Bern en in de Europese Habitatrichtlijn.
Tekst: Bart van der Aa, Natuurmonumenten & Kris Joosten, RAVON
Foto’s: Miranda Boonstra, Patrick Heijne en Edwin Looy