We vergiftigen onze vogels
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door De Natuurkalender [land] op [publicatiedatum]
De insecticiden die verantwoordelijk worden gehouden voor de bijensterfte blijken ook sterfte bij vogels te veroorzaken. In ons land wordt op grote schaal gebruik gemaakt van dit gif. Heel jammer dat een voorstel van de Europese Commissie voor een verbod recent verworpen is.
Het is bijna april en ik heb nog steeds geen boerenzwaluw gezien of tjiftjaf gehoord. Nou ben ik de afgelopen twee weken door het gure weer misschien wat vaker binnen geweest en zat die muts wat ver over mijn oren. Ik kon daardoor wat minder vogelgeluiden opvangen in vergelijking met voorgaande jaren maar ik ben niet de enige die nog zit te wachten op het van de winter verlossende ge-tjiftjaf. Het koude weer verhindert ze om het Nederlandse landschap te heroveren.
Het was vorige week echter niet de kou die als een donderwolk voor de vogelzon schoof. Het waren de neonicotinoïden. Zo’n ingewikkeld woord moet je niet aaneengesloten uit willen spreken: de neo-nicotin-oïden. Het gaat hier om wereldwijd de meest gebruikte bestrijdingsmiddelen waaronder de middelen met namen waar je tong over struikelt: imidacloprid, clothianidine en thiamethoxam. De American Bird Conservancy (ABC) concludeerde in een dik rapport dat deze zeer effectieve insectendodende gifstoffen aantoonbare invloed hebben op vogels. Deze stoffen worden ook verantwoordelijk gehouden voor de bijensterfte die in alle delen van de wereld gaande is. Deze insecticiden werken zeer geraffineerd. Als zaden met deze insecticiden bewerkt worden, verspreidt het middel zich bij het groeien van de plant door de hele plant heen. Zelfs in het stuifmeel wordt het aangetroffen. Als de insecten vervolgens van de planten eten sterven ze.
Uit de Amerikaanse studie bleek dat op een gemiddelde met insecticide behandelde maiskorrel 1,3 milligram imidacloprid kan zitten. Het eten van één maiskorrel kan al dodelijk zijn voor een vogel van 15 gram. Voor clothianidine en thiamethoxam heb je maar enkele zaden nodig. Als vogels maar een tiende zaadje per dag eten gedurende het broedseizoen dan heeft dat al effect op de voortplanting. De met gif behandelde zaden zijn over het algemeen goed toegankelijk voor de vogels die op zoek zijn naar voedsel. Het gif wordt op grote schaal gebruikt, vele duizenden kilo’s alleen al in ons land. Hoofdgebruikers zijn de landbouw maar het zit ook verwerkt in allerlei producten voor consumenten waaronder middelen tegen mieren, vlooien en tegen emelten en engerlingen in grasvelden. Inmiddels wordt het ook gebruikt op voetbalvelden en golfbanen.
De Europese Commissie stelde voor om gedurende twee jaar een verbod in te stellen op het gebruik van de neonicotinoïden om te kijken of het dan beter zou gaan met de bijen. Twee weken geleden stemden negen landen tegen het voorstel. Nederland behoorde gelukkig tot de voorstanders maar dat was niet voldoende. Het gebruik mag door gaan. Zelfs als het gif per direct niet meer gebruikt zou worden zijn we er voorlopig nog niet van af. Het spul breekt heel langzaam af. Vijftien tot twintig jaar na gebruik is nog steeds een tot twee procent in de omgeving te vinden. Een somber vooruitzicht voor vogels, bijen, vlinders, zweefvliegen, …, en voor ons zelf. Laten we toch ons gezond verstand gebruiken en de neonicotinoïden in ieder geval voor een paar jaar in de ban doen.
Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University
Foto: Luc Hoogenstein, Saxifraga
Dit bericht is als column verschenen in De Telegraaf van zaterdag 30 maart 2013.