Moord voor het slaapkamerraam

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

Afgelopen zaterdag, op klaarlichte dag, vond voor het slaapkamerraam een steekpartij plaats waarbij één slachtoffer is gevallen. Hij heeft zeker tien steekwonden opgelopen en de kans dat hij het overleeft is nihil.

In de bloemknoppen van klimop zitten momenteel redelijk volgroeide rupsen van het boomblauwtje. Deze algemene dagvlinder komt verspreid door het hele land voor en plant zich regelmatig voort in tuinen. Behalve vogels zijn ook sluipwespen natuurlijke vijanden van boomblauwtjes en zaterdag werd dit met eigen ogen gezien.

Door de zware zomerstorm van het begin van de week was het bovenste deel van de klimop van de muur gerukt. Bij de opruimwerkzaamheden werd in de knoppen een rups van boomblauwtje gevonden en het stuk klimop met die bloemknoppen werd in een vaas gezet om te worden doorgekweekt. Toen we de overgebleven bloemknoppen afzochten, werden nog meer rupsen van het boomblauwtje gevonden. Ook vanuit het slaapkamerraam was een rups te zien en we konden hem goed bekijken. Regelmatig had deze bezoek van een mier, die over hem heenliep en vaak in de buurt was. Op een gegeven moment was deze verdwenen, maar toen zat er wel een ander insect op de rups, die met de lange legboor duidelijk zichtbaar de rups doorstak. Het was een sluipwesp van de familie Ichneumonidae. Bij elke steek werd een eitje van de sluipwesp in de rups gedeponeerd. De rups, die al vrij groot was, zal waarschijnlijk binnenkort gaan verpoppen, maar de larven van de sluipwesp zullen deze van binnenuit opeten en in plaats van een vers boomblauwtje zullen er nieuwe sluipwespjes uit de pop komen.

Rupsen van boomblauwtjes hebben vaak bezoek van mieren en ze lokken deze ook aan met een zoete stof die ze uitscheiden. Er wordt van uit gegaan dat deze de rups beschermen tegen natuurlijke vijanden zoals sluipwespen. In dit geval was de mier blijkbaar even weg en de wesp heeft daar dankbaar van geprofiteerd. Boomblauwtjes vliegen van eind maart tot begin juni en van half juni tot begin oktober in twee of drie, elkaar overlappende generaties. De vlinders voeden zich met honingdauw, sap van bloedende bomen en nectar uit bloeiende planten. Soms worden ze drinkend bij plassen of uitwerpselen gezien. De vlinders vliegen meestal vrij hoog in de toppen van bomen en struiken. De rupsen kun je vinden van half mei tot eind juni en weer van begin augustus tot eind september. Jonge rupsen eten van de bloemknoppen of de vruchten van de waardplant, grotere rupsen eten soms ook van de bladeren. De verpopping vindt plaats in de strooisellaag of in een schorsspleet. Deze gaat de winter door en begin april komen de nieuwe boomblauwtjes weer tevoorschijn. Zoals al gemeld komen boomblauwtjes in het hele land voor en het is dus mogelijk om overal nu rupsen te vinden. Kijk daarvoor nu op de bloemknoppen van de klimop. Wie weet heb je ze ook in je eigen tuin!

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting