Het zwart weeskind was tot ongeveer het jaar 2000 een vrij zeldzame soort en werd voornamelijk gezien in (Zuid-)Limburg en af en toe op enkele andere plekken tot Midden-Nederland. Sindsdien is de verspreiding heel hard gegaan. Inmiddels wordt de soort in heel Nederland gezien en is het een vrij algemene verschijning geworden. De noordelijke provincies blijven op dit moment nog wel wat achter in de waarnemingen, maar waarschijnlijk zal het daar de komende jaren ook een algemene soort gaan worden. De vliegtijd van de vlinder is van juni tot in oktober, met een piek in juli. Ze komen matig op licht af, maar zijn wel verzot op smeer. Vaak zien we ze wel langsvliegen als de lamp aanstaat bij het laken, maar ze gaan er meestal niet op zitten. De makkelijkste manier om de imago’s te vinden is door de bomen te besmeren met een mengsel van (appel)stroop, jam, fruit en alcohol of te bespuiten met een wijn/suikermengsel. Dat wordt wel door ze gewaardeerd, ze komen er graag op af en gaan lekker zitten snoepen van het mengsel. Om te rusten zoeken ze vaak donkere plekken uit, zoals schuren. Daar kun je ze tegen de wanden of het plafond aantreffen.
De vrouwtjes zetten de eitjes af op de waardplanten zoals klimop, dovenetel en vogelmuur. De rupsjes komen wat later uit en gaan vreten van de planten. Begin december 2023 vonden wij op klimop in onze tuin meerdere kleine rupsjes die van de jonge blaadjes aan het knagen waren, en zagen we ze ook op de uitgebloeide bloemhoofdjes zitten. Ook in januari en februari vonden wij op avonden met hogere temperaturen rupsen die van de klimop aten. Na de overwintering zijn in het vroege voorjaar, maart-april, de inmiddels wat grotere rupsen in de avond redelijk makkelijk te vinden op klimop, maar ook op andere planten en bomen waaronder meidoorn, sleedoorn, wilg en berk. Ze kunnen tot 70 millimeter groot worden en vallen daardoor aardig op. Door overdag alvast te zoeken naar de vraatsporen in de bladeren en eventuele keuteltjes rupsenpoep op de grond heb je al wat aanwijzingen. Als je die vindt kan je bij die struiken in de avond op zoek gaan naar de rupsen. Door met een goede zaklamp of UV-lamp te schijnen op de bladeren en takjes zie je de rupsen vaak zitten. Je kunt ze soms ook vinden door te letten op de vraatsporen en dan aan de onderzijde van het blad te kijken.
Meer informatie
- De pagina over het zwart weeskind op Vlindernet.
- Het nachtvlinderboek geschreven door Jeroen Voogd.
Tekst en foto’s: Remco Vos en Violet Middelman, Vlinders in Eemland