Stad fleurt op door grote gele kwikstaart
Vogelbescherming NederlandBericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland [land] op [publicatiedatum]
In de broedtijd is de grote gele kwikstaart een soort van beken die vooral in Oost- en Zuid-Nederland te vinden is. Maar in de winter komt dit markante vogeltje ook in grote steden in het westen van het land voor. Langs grachten, maar ook op grinddaken met wat water.
Tijdens de najaarstrek in september en oktober is de grote gele kwikstaart het meest algemeen, er trekken dan vogels door die afkomstig zijn uit onze buurlanden Duitsland en België. Er trekken ook vogels door uit het zuiden van Scandinavië en vermoedelijk ook uit Polen. In de winter zijn de aantallen een flink stuk lager. Onze eigen broedvogels trekken deels naar het zuiden, tot aan de Pyreneeën. De broedgebieden in Twente en de Achterhoek zijn ’s winters nagenoeg verlaten, maar in Limburg overwinteren in zachte winters veel grote gele kwikken; hier zitten echter weinig eigen broedvogels tussen.
Op grinddaken
De grote gele kwikstaart is, vergeleken met andere soorten kwikstaarten, het meest aan water gebonden. Hij broedt en foerageert vrijwel uitsluitend aan de oevers van beken en rivieren. Deze zijn bij voorkeur snelstromend, maar hij broedt ook aan zwak of zelfs nauwelijks stromend water. Het voedsel bestaat uit allerlei kleine ongewervelde dieren die in of bij het water leven, vooral insecten, maar ook spinnen, vlokreeftjes en kleine slakjes.
Ook ’s winters verblijven verreweg de meeste grote gele kwikken in Nederland langs allerhande stromend water. De soort ontpopt zich dan bovendien als stadsvogel. Er overwinteren maximaal 2500 grote gele kwikken in Nederlandse steden. In de stad foerageert hij graag langs water; maar ook op grinddaken met water, waar klaarblijkelijk genoeg voedsel te vinden is, bijvoorbeeld wintermuggen. De vogels slapen sociaal, vooral in overhangende struiken boven het water, maar ook onder bruggen en in nissen en gaten in de oever. Overdag zijn de overwinteraars territoriaal.
Profijt van beekherstel en nestkasten
Ondanks populatie-inzinkingen na strenge winters, vertoont de grote gele kwikstaart over de afgelopen tientallen jaren een gestage toename. Er was een top in 2008, toen het aantal werd geschat op 450 tot 550 broedparen in heel Nederland. Hierna is de stand gehalveerd als gevolg van strenge vorst. De oorzaken van de toename tot 2008 worden gezocht in verbeterde waterkwaliteit (wat kan leiden tot meer voedsel), herstel van natuurlijke beekoevers, aanpassing aan menselijke omgeving en een serie van zachte winters. In de Nederlandse broedgebieden konden de aantallen hierdoor toenemen, zoals in Twente is waargenomen. Hier heeft het beekloopherstel van het Waterschap Regge en Dinkel zijn vruchten afgeworpen. Omdat grote gele kwikken met graagte nestkasten accepteren, kon de stand nog verder worden opgeschroefd; naar schatting broedt de helft van de vogels in nestkasten. Ook in Limburg heeft men veel succes met nestkasten.
Tekst: Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland
Foto: Koos Dansen