Kleine torenvalk in Oostduinkerke: een nieuwe soort voor België
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
Het zal je maar overkomen: je staat wat Vinken te fotograferen en terwijl je toch bezig bent, maak je ook enkele beelden van een naderende Torenvalk. Niks bijzonders. Tot je even later merkt dat wat je kiekte een Kleine torenvalk bleek te zijn: een nieuwe soort voor België.
Dat overkwam Diederik D'Hert. Zaterdag 26 oktober bleek niet meteen top te worden. Langsheen de kust was er wel wat trek maar een echte hoogdag was het niet. Om 10:34 kwam er over de duingordel van Oostduinkerke een kleine valk aanvliegen uit noordoostelijke richting. De vogel leek eerder aan de kleine kant, had een niet al te lange staart maar deed niet direct aan een Boomvalk of een Torenvalk denken. Misschien een Smelleken? Toen het valkje dichterbij kwam, werd duidelijk dat het toch een ‘torenvalk’ was, maar dan wel eentje met opvallend bleke onderdelen. Na een check met de literatuur en een analyse van de gemaakte foto's werd de verbijstering totaal: dit was een Kleine torenvalk!
De Kleine torenvalk is het kleine broertje van onze Torenvalk. Beide soorten lijken sterk op elkaar. Zeker jonge vogels en vrouwtjes zijn heel moeilijk uit elkaar te houden. De nagels van de Torenvalk zijn altijd zwart, die van de Kleine torenvalk altijd licht. Maar nageltjes zien bij een overvliegende vogel is quasi uitgesloten. Wat rest is voer voor specialisten. Het feit dat de tiende (=buitenste) handpen duidelijk langer is dan de zevende, gaf de doorslag (bij een Torenvalk is die buitenste handpen ongeveer even lang dan die zevende).
De Kleine torenvalk is een mediterrane soort. De Europese populatie wordt geschat op 25.000 - 42.000 paar. Het zwaartepunt ligt in Spanje, maar ook in Frankrijk, Portugal, Italië, Griekenland en Turkije komt de soort voor, net als in Centraal Azië en Noord-Afrika.De West-Europese populatie is er sinds 1950 met ca. 95% op achteruit gegaan. De soort verdween uit het Russisch deel van de Oeral, Noord-Kazachstan en grote delen van de Balkan. De laatste jaren lijkt de achteruitgang echter gestopt. Vooral Andalucië boert goed: van 2.100 paar in 1988 naar 4.800 koppels in 2009.
Deze waarneming is mega. België telt immers heel wat actieve vogelkijkers en het ligt dus niet voor de hand om een soort te vinden die niemand ooit eerder zag in ons land. Met deze toevoeging komt de officiële lijst van Belgische vogels op 440 soorten te staan; 423 hiervan werden in Vlaanderen gezien.
En wie dat allemaal bijhoudt, die cijfertjes en getallen? Het Belgisch Avifaunistisch Homologatie Comité (BAHC). Noem het een raad van wijzen, een klein groepje van deskundige vogelkijkers. Telkens er een zeldzame soort in ons land wordt gezien, moet een beschrijving, foto, tekening of geluidsopname naar het BAHC worden gestuurd. Deze zeldzaamhedencommissie kijkt dan of uit het ingediende bewijsmateriaal met 100% zekerheid kan worden opgemaakt of de determinatie klopt. Want soms lijken soorten heel sterk op elkaar en gebeurt het wel eens dat een vermeende zeldzaamheid eigenlijk een (er sterk op lijkende) gewone soort was. In dat geval wordt die waarneming niet gehomologeerd. De waarneming van de Kleine torenvalk moet nog worden ingediend bij het BAHC. Op basis van de 'bewijslast' lijkt de kans zeer groot dat dit geval zal worden goedgekeurd.
Sinds 2000 werden 21 nieuwe vogelsoorten aan de Belgische lijst toegevoegd. Topjaren waren 2000, 2003 en 2006 (elk met drie toevoegingen). De Kleine torenvalk van zaterdag was de derde nieuwe vogelsoort voor België in 2013. Eerder dit jaar kon ook de Arendbuizerd (6 juli) en de Witkeelgors (12 oktober) aan de Belgische lijst worden toegevoegd. In Nederland staat de teller intussen op 505. Nog een lange weg te gaan voor de Belgen, dus.
Tekst: Dominique Verbelen, Natuurpunt Studie
Foto's: Diederik D'Hert