Lachstern, www.freenatureimages.eu

Er valt voor de lachstern weinig te lachen

Vogelbescherming Nederland
7-AUG-2012 - Op dit moment hangen zo’n 35, 40 lachsterns rond in Noord-Holland en Groningen. Deze vogels komen uit Duitsland, waar nog een kleine populatie huist aan de kust van de Waddenzee, in de monding van de Elbe. Het is de enige plaats in Noordwest-Europa waar nog lachsterns broeden. Een intensief beschermingsprogramma moet voorkomen dat de soort hier uitsterft. Als dat gebeurt, is de kans op hervestiging van deze voormalige broedvogel in Nederland uitgesloten.

Bericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland [land] op [publicatiedatum]

Op dit moment hangen zo’n 35, 40 lachsterns rond in Noord-Holland en Groningen. Deze vogels komen uit Duitsland, waar nog een kleine populatie huist aan de kust van de Waddenzee, in de monding van de Elbe. Het is de enige plaats in Noordwest-Europa waar nog lachsterns broeden. Een intensief beschermingsprogramma moet voorkomen dat de soort hier uitsterft. Als dat gebeurt, is de kans op hervestiging van deze voormalige broedvogel in Nederland uitgesloten.

Een jaarlijks fenomeen in de Kop van Noord-Holland is het opduiken van enkele tientallen lachsterns in juli en augustus. De lachsterns zoeken voedsel boven kleine slootjes in de Zijpe- en Hazepolder bij ’t Zand (ten noorden van Schagen) en rusten vaak op bollenlandjes die onder water worden gezet. Bijzonder is ook het – zeker niet jaarlijkse - voorkomen van maximaal twaalf lachsterns in Groningen, bij Alteveer. Door waarnemingen van lachsterns met kleurringen weten we dat deze inderdaad uit Duitsland komen.

Lachstern (foto: Saxifraga-Mark Zekhuis)

Van de circa 35 lachsterns die de laatste dagen worden gezien, zijn ongeveer 13 jong. De jonge vogels worden na het uitvliegen nog wekenlang gevoerd door de ouders; dit gaat door tot ze in de winterkwartieren in Afrika zijn. De jongen hebben bleke koppen en bruin op de vleugels en zijn eenvoudig te onderscheiden van de volwassen lachsterns.
Lachsterns zijn van alle sterns het minst gebonden aan water. Ze jagen eigenlijk als kleine valken op muizen, kikkers, insecten en soms ook jonge vogels, van bijvoorbeeld kieviten. Vissen worden ook gegeten, maar alleen als die aan de oppervlakte zwemmen. Lachsterns duiken niet het water in, zoals andere sterns, maar zoeken vooral voedsel boven land, slootjes, kwelders en moerassen. Anders dan roofvogels pakken lachsterns hun prooi met de krachtige snavel.

De dichtstbijzijnde kolonie ten opzichte van de Duitse populatie is in de Camargue (Zuid-Frankrijk) te vinden. De lachstern komt nog vrij veel voor in Zuidwest- en Oost-Europa, vooral in Spanje ,Turkije, Rusland en Oekraïne; in totaal zo’n 12.000 paar. Tot 2005 broedde de lachstern nog in Denemarken, net over de Duitse grens.

In 2010 en 2011 hebben er in Duitsland maar 42 paar lachsterns gebroed. Al een jaar of tien is het broedsucces er dermate slecht dat kans op uitsterven groot is. Dat er nog steeds lachsterns broeden komt vooral omdat de volwassen vogels oud worden. Ondanks een recent opgestart intensief beschermingsprogramma van de deelstaat Sleeswijk-Holstein, in samenwerking met onder andere de Universiteit van Hamburg, kwamen er in 2011 een schamele tien jongen groot. Oorzaken van dit slechte broedsucces zijn het wegspoelen van de nesten door stormvloed, het natte en koude weer tijdens de jongenfase, predatie door vossen en (opzettelijke) menselijke verstoring.

In Nederland kwam de lachstern tot 1958 min of meer regelmatig tot broeden. Daarna heeft er nog een paar gebroed op het Balgzand bij Den Helder in 2005, zonder succes overigens. Het bewijst wel dat het nog steeds mogelijk is dat lachsterns terugkeren als broedvogel. Als het de Duitsers lukt de lachsterns te behouden als broedvogel en het broedsucces toeneemt dan is er nog steeds hoop voor ons land.

Tekst: Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland
Foto: Saxifraga-Mark Zekhuis