Spiegeldikkopje extra onder druk
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Het spiegeldikkopje komt nog maar erg weinig voor in Nederland. Er zijn nog een paar plekken waar deze prachtige vlinder nog goed te vinden is, maar vlinderliefhebbers en -fotografen vormen daar een extra bedreiging.
Het spiegeldikkopje komt nog maar op een paar plaatsen voor in het oosten van Noord-Brabant en Midden-Limburg. Tot een jaar of twintig geleden was er ook een populatie in de IJsselvallei en waren er incidentele meldingen uit het Vechtdal. Er zijn alarmerende berichten over een snelle achteruitgang van de populaties van het spiegeldikkopje. Alleen in het Weerterbos is de populatie stabiel. De soort is goed te herkennen. Vliegend valt direct de huppelende vlucht op. In een prachtig op en neergaande beweging fladdert de vlinder boven de heide. De bovenzijde, die hij alleen laat zien als het koel is, is donkerbruin met kleine gele vlekjes. De onderzijde is zeer opvallend gekleurd. De donkergele grondkleur is bezet met prachtig ovale zwartomrande witte spiegels. Omdat het een zeldzame soort is en vanwege het prachtige uiterlijk is het een populaire soort onder de vlinderaars.
Veel mensen willen de soort te zien krijgen en ook vastleggen op foto’s. Dat was dit jaar erg goed te merken op de vliegplaats in het Weerterbos. Meer dan honderd mensen zijn daar op zoek geweest naar het spiegeldikkopje en veel van hen hebben hem ook te zien gekregen. Om het probleem van vertrapping en verstoring van het leefgebied te voorkomen maait de Vlinderwacht Harrie Vossen er ieder jaar ruim 300 meter observatie paden. Vanaf deze paden, die overal door het gebied lopen, zijn de spiegeldikkopjes goed te zien en te fotograferen. In voorgaande jaren was dit een geweldig succes en was het voor de belangstellenden duidelijk dat ze op de gemaaide paden moesten blijven. Dit jaar bleek het anders. Hij meldt: “Gisteren was ik er ook nog eens om te observeren en het ging mijn voorstellingsvermogen te boven hoeveel honderden vierkante meters er was vertrapt. Overal door het gebied was de vegetatie, en dus ook het hennegras, plat gewalst en er zijn zeker veel eieren en inmiddels ook rupsen verloren gegaan.”
De Vlinderstichting vindt dat dit echt niet kan. We zijn uiteraard blij met de toenemende belangstelling voor vlinders, maar we maken ons wel ernstige zorgen over bovenstaande gevolgen. Vergelijkbare situaties zijn bekend van leefgebieden van andere zeldzame soorten, zoals de veenbesvlinders en het donker pimpernelblauwtje. We dringen er dan ook sterk op aan dat vlinderwaarnemers en –fotografen zich verantwoordelijk voelen voor het voortbestaan van de zeldzame vlinders en gaan ervan uit dat men elkaar ook zal wijzen op die verantwoordelijkheid. Dit soort zaken mogen gewoon niet meer voorkomen.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting