Landkaartje: nog volop te zien
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Landkaartjes zijn bijzondere vlinders. In tegenstelling tot veel andere soorten zijn ze de vorige eeuw sterk vooruit gegaan. Ook in de manier van eitjes afzetten zijn landkaartjes uniek: ze maken prachtige kralenkettingen onderaan brandnetelbladen.
Begin april verschijnen normaal gesproken de eerste landkaartjes. Dit jaar waren er door de lage temperaturen in april heel wat die pas eind april of zelfs in mei uit de pop kwamen. Vooral in graslanden en ruigten aan de rand van het bos kunt u de vlinders op mooie voorjaarsdagen aantreffen. Ook tuinen, parken en plantsoenen schuwt het landkaartje niet. De voorjaarsvlinders zijn van boven oranje met zwarte vlekken. Het patroon op de ondervleugels heeft de vlinder zijn naam bezorgd. De witte strepen en paarse vlekken doen (met wat fantasie) aan een landkaart denken. De mannetjes zijn iets kleiner dan de vrouwtjes en onderscheiden zich bovendien door hun gedrag. Ze verdedigen een eigen plekje, een territorium, waaruit ze andere mannetjes verjagen. Vaak ligt zo'n territorium op een zonnige beschutte plaats, bijvoorbeeld in een inham van een bosrand die op het zuiden ligt. Na een achtervolgingsvlucht keren de mannetjes vaak weer terug naar het uitkijkpunt. Dat maakt dat je hen goed kunt bekijken en fotograferen, als je zo’n vaste stek weet.
Vooral als het bos geleidelijk, via een bloemrijke ruige strook met brandnetels, overgaat in grasland voelt het landkaartje zich thuis. De vlinders leggen hun eieren namelijk op brandnetels. De vrouwtjes kiezen hiervoor vooral halfbeschaduwde planten op vochtige plaatsen. In series van zo’n tien plakken ze de eitjes onder de brandnetelbladeren, zodat ze als kralensnoeren naast elkaar hangen. Een voor Nederlandse dagvlinders unieke manier van eitjes afzetten. Het landkaartje is ook in andere opzichten een buitenbeentje. Veel dagvlinders zijn in de loop van deze eeuw uit Nederland verdwenen of sterk in aantal achteruit gegaan. Het landkaartje is juist sterk toegenomen. Voor 1940 was deze bosrandvlinder een echte zeldzaamheid, tegenwoordig is hij in het hele land een algemene verschijning. Die toename is niet iets puur Nederlands: ook in allerlei andere landen heeft de soort zich uitgebreid.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting