Koppiger weer door afname zee-ijs?

25-APR-2012 - Het weer is eens te meer het gespreksonderwerp van de dag. Net als de meeste mensen kijken ook natuurliefhebbers reikhalzend uit naar wat zon en warmte. Insectenkenners blijven op hun honger zitten en vogelkijkers moeten het stellen met een vogeltrek in de laagste versnelling. En er lijkt maar geen einde te komen aan deze kwakkelperiode. Ook op wat langere termijn is er geen stabiel weer in zicht.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Educatie [land] op [publicatiedatum]

Het weer is eens te meer het gespreksonderwerp van de dag. Net als de meeste mensen kijken ook natuurliefhebbers reikhalzend uit naar wat zon en warmte. Insectenkenners blijven op hun honger zitten en vogelkijkers moeten het stellen met een vogeltrek in de laagste versnelling. En er lijkt maar geen einde te komen aan deze kwakkelperiode. Ook op wat langere termijn is er geen stabiel weer in zicht.

Op zich is het heel normaal dat ons weer gekenmerkt wordt door een zekere koppigheid. Men noemt dit persistentie, de eigenschap die het weer heeft om een eenmaal ingeslagen weg verder te zetten of er via een omweg op terug te komen. Het is dit proces dat ervoor zorgt dat er soms indrukwekkende records kunnen opgetekend worden, gaande van hittegolven tot verzopen zomers. Toch lijkt deze persistentie de laatste jaren wel héél nadrukkelijk aanwezig. In 2011 was het in april hallucinant warm, in augustus kregen we de ene regenzone na de andere te verwerken, november was dan weer gortdroog. In 2012 had het er in maart alle schijn van dat we de lente zouden overslaan en zonder verpinken de overstap van winter naar zomer zouden maken. Maar begin april sloeg het hele boeltje om en kwam de natuur terug met de voetjes op de grond. En nu ziet het er weer naar uit dat april kouder zal worden dan maart. De gemiddelde temperatuur van maart 2012 was 8,9° terwijl het gemiddelde van april tot dusver 7,2° is (bron: website KMI). En al zegt het spreekwoord ‘april doet wat hij wil’, misschien is er toch meer aan de hand.

De weerkaarten van eind maart en eind april lijken verdacht veel op elkaar (bron: Wetterzentrale)

 

 

 

 

 

 

Recent onderzoek toont aan dat dergelijke hardnekkige weerpatronen mogelijk kunnen toegeschreven worden aan de klimaatverandering. De gemiddelde temperaturen wereldwijd zijn de laatste decennia opgelopen, maar deze stijging verloopt in het noordpoolgebied dubbel zo snel als in de rest van het noordelijk halfrond. Daardoor is de hoeveelheid zee-ijs er in de zomer al met 40 % afgenomen. Men mag aannemen dat dergelijke drastische wijzigingen invloed hebben op de weermachinerie tot ver buiten de poolstreken. Jennifer Francis van de Rutgers University in New Jersey en Steve Vavrus van de University van Wisconsin suggereren dat uitzonderlijke weerpatronen steeds meer zullen gaan voorkomen: 'Door de snellere opwarming in het poolgebied nemen de temperatuurcontrasten met de gematigde breedten af. Hierdoor zakken de golven in de straalstroom dieper uit en neemt de sterkte van de westenwinden in de hogere luchtlagen af. Dit brengt met zich mee dat het doorschuiven van druksystemen trager verloopt, waardoor hetzelfde weertype langer kan aanhouden.' Al mag dit nog geen algemeen aanvaard wetenschappelijk inzicht zijn en is verder onderzoek nodig, het strookt wel verdacht goed met wat we buiten waarnemen.

Tekst: Koen Leysen, Natuurpunt Educatie
Kaartjes: Wetterzentrale

Meer lezen:
http://www.agu.org/pubs/crossref/2012/2012GL051000.shtml
http://www.esrl.noaa.gov/psd/csi/events/2012/marchheatwave/physical.html