Grote vuurvlinder: uniek
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting op [publicatiedatum]
De grote vuurvlinder die in Nederland leeft is heel bijzonder. Het gaat hier om de ondersoort batava, die elders in de wereld niet voorkomt. Helaas is deze opvallende vlinder zeer zeldzaam en momenteel zelfs ernstig bedreigd in Nederland.
De grote vuurvlinder komt in Nederland voornamelijk voor in uitgestrekte laagveenmoerassen met daarin de waardplant, de waterzuring. Tegenwoordig vliegt de vlinder nog maar in een aantal moerasgebieden. De grootste populatie bevindt zich in De Weerribben en verder is er een populatie in De Rottige Meenthe. In de Wieden is de grote vuurvlinder sterk achteruit gegaan en het is onduidelijk of de soort daar nog populaties heeft. Deze gebieden in de kop van Overijssel en in Zuidoost-Friesland waren vroeger onderdeel van een uitgestrekt moerasgebied. Door onder andere ontginning en verdroging is er echter veel leefgebied van de grote vuurvlinder verloren gegaan. De vlinders bevinden zich voornamelijk in rietmoerassen zoals veenmosrietlanden en overgangszones tussen natte ruigten en veengebied. Hierbinnen hebben ze de voorkeur voorvoor grote leefgebieden met een afwisseling van open rietlanden voor de voortplanting en bloemrijke ruigtes voor het drinken van nectar.
Oorzaken van achteruitgang zijn naast vernietiging ook versnippering van het leefgebied van de soort. De soortenrijke rietlanden waar deze vlinder vliegt, zijn nagenoeg verdwenen. Het leefgebied van de grote vuurvlinder is een tussenstadium in de successie van open water naar moerasbos. Na 20 tot 30 jaar zijn de huidige geschikte gebieden zo veranderd, dat ze niet meer geschikt zijn voor de vlinder. Nieuw leefgebied kan ontstaan door verlanding van 'petgaten', langgerekte stroken water waar het veen afgegraven is. Om de soort voor uitsterven te behoeden is een goed beheer van het grootste belang. Hierin speelt maaien een belangrijke rol, net als het creëren van een goede waterkwaliteit. Maaien in de zomer, wanneer de eitjes en rupsjes zich nog op de waardplant bevinden, leidt tot grote sterfte onder deze eitjes en rupsen. Dit kan voorkomen worden door later te maaien, vanaf eind september wanneer alle rupsjes zich al in de strooisellaag onderaan de plant hebben laten zakken om te overwinteren.
Naast deze belangrijke beheermaatregelen zijn er nog andere maatregelen mogelijk om de populatie van de grote vuurvlinder in Nederland te vergroten en de overlevingskansen te verhogen. Voorbeelden zijn het verbinden van de huidige vliegplaatsen door middel van corridors, het uitzetten van vlinders of eitjes in lege, maar wel geschikte, gebieden of het vergroten van het leefgebied. De grote vuurvlinder is speerpuntsoort in de campagne tien voor 12 die De Vlinderstichting is gestart. Binnen tien jaar moet ook deze soort weer meer dan 10 vliegplaatsen hebben. Kijk voor meer informatie op Tien voor 12.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Ab Baas, Gerben de Graaf & Theo Verstrael