Tientallen natuurgebieden geschikt voor wilde zwijnen
ZoogdierverenigingBericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging op [publicatiedatum]
De Zoogdiervereniging, ARK Natuurontwikkeling en Alterra Wageningen UR hebben de kansenkaart ‘Wilde Zwijnen in Nederland’ gepresenteerd. Uit het onderzoek naar geschikte leefgebieden blijkt dat in de toekomst in tientallen natuurgebieden in Zuid-, Midden- en Oost-Nederland plek zou kunnen zijn voor het wild zwijn. Op dit moment mogen wilde zwijnen slechts in twee gebieden voorkomen, maar rukken ze op diverse plaatsen op.
Volgens het huidige beleid mogen wilde zwijnen formeel alleen op de Veluwe en de Meinweg voorkomen, daarbuiten geldt het zogenaamde nulstandbeleid. Maar er zijn ondertussen al zwijnen gesignaleerd op diverse plaatsen buiten deze gebieden in de provincies Gelderland, Limburg, Overijssel, Noord-Brabant en (zeer recent) Utrecht. Daarmee wordt het nulstandbeleid onhoudbaar. De Zoogdiervereniging vindt het ook ongewenst omdat wilde zwijnen van oudsher gewoon in Nederland thuishoren en op ecologisch vlak ook een meerwaarde hebben. Met de kansenkaart willen de Zoogdiervereniging en ARK de discussie rond wilde zwijnen openbreken. Waar ligt de toekomst van het wild zwijn in Nederland?
Kansen zoeken
Wetende dat het wild zwijn van oorsprong in Nederland thuishoort en het dier bezig is aan een langzame maar spontane kolonisatie van delen van Nederland kan de vraag gesteld worden in welke gebieden de zwijnen een blijvende plek kunnen vinden. Daarbij moeten we niet alleen rekening houden met de voorkeuren en behoeften van de wilde zwijnen, maar ook met die van de mensen. Want vanuit het wild zwijn gezien is vrijwel heel Nederland geschikt leefgebied. De soort handhaaft zich in het buitenland tot in stedelijke gebieden. Een bekend voorbeeld hiervan is Berlijn.
Als we beginnen met de kaart van Nederland en dan telkens gebieden afpellen die minder of niet geschikt zijn, dan houden we bijgaande kansenkaart over. Als eerste vallen de moeilijk bereikbare Waddeneilanden af; daarna de bebouwde omgeving, inclusief de glastuinbouw en bedrijventerreinen. Daarna vallen de grootschalige open gebieden af, met daarin veel landbouwbedrijven. Bovendien zijn hier geen bossen van voldoende omvang voor rust en voedsel. Doordat deze gebieden (ook de natuurgebieden) marginaal geschikt zijn, is buitenproportionele overlast te verwachten. Wat resteert, kan worden gezien als een ‘bruto-zoekgebied’. Maar dan zijn we er nog niet.
We willen het wild zwijn met name ruimte bieden in natuurgebieden. Zowel bestaande oudere natuurgebieden als nieuwe natuur in bijvoorbeeld de uiterwaarden. Door de concentratie in natuurgebieden wordt de overlast ook beperkt. Deze natuurgebieden moeten dan wel voldoende robuust zijn en de juiste eigenschappen hebben, onder andere door de aanwezigheid van voldoende bos, om als kerngebied voor het wild zwijn te kunnen fungeren. Bij deze kansenkaart is 2.000 hectare aangehouden als minimumoppervlak van een geschikt natuurgebied. Zelfs wanneer in de naastgelegen (landbouw)gebieden het nulstandbeleid wordt gehandhaafd, hebben deze natuurgebieden een voldoende omvang om gezonde populaties te herbergen.
Na deze stap houd je dus een aantal natuurgebieden over van voldoende omvang die geschikt zijn voor het wild zwijn. Als laatste toets is daarbij nog gekeken welke van deze gebieden spontaan zouden kunnen worden gekoloniseerd door het wild zwijn. Dit omdat we niet uit gaan van het uitzetten van populaties. Bij deze stap zijn bijvoorbeeld de duingebieden nog afgevallen. Wat overblijft is het netto zoekgebied. Een aantal natuurgebieden van voldoende omvang dat spontaan zou kunnen worden gekoloniseerd.
Zoekgebieden
Het merendeel van de gebieden, die zijn opgenomen in de Kansenkaart Wilde Zwijnen in Nederland, kunnen worden verdeeld over een aantal clusters:
- Drenthe/Friesland/Overijssel, met gebieden als de Weerribben, het Dwingelderveld, Fochteloërveen en de boswachterijen Appelscha, Smilde, Grollo, Schoonlo en Exloo.
- Centraal Overijssel, met daarin de Sallandse Heuvelrug, Lemelerberg en Beerze.
- Zuidoost-Gelderland: Rijk van Nijmegen (Groesbeek) en Gelders Poort.
- Zuidoost-Brabant, met onder andere Kampina, Kempen, Leenderbos, Weerter- en Budelerbergen, Strabrechtse Heide, Loonse en Drunense Duinen, de Oirschotse Heide en Deurnse Peel en Mariapeel.
- Grensgebied Limburg, met daarin Maasduinen, Meinweg en Boswachterij Vaals.
- Gelderland/Utrecht/Flevoland: Utrechtse Heuvelrug, Goois Natuurreservaat, Veluwe, Horsterwold en Oostvaardersplassen.
Buiten deze clusters liggen de geschikte leefgebieden Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide, Biesbosch, Schouwen en het Lauwersmeer.
Hoe verder?
Met deze kansenkaart hebben we dus een aantal zoekgebieden waar het wild zwijn in de toekomst leefgebied zou kunnen hebben. Het is een eerste stap op weg naar meer plekken in Nederland waar het wild zwijn weer gewoon thuis mag zijn. Maar er moet nog meer gebeuren. Zo is het aan te bevelen per gebied een grondige analyse te maken van mogelijke knelpunten en oplossingen. In Limburg gebeurt dit al. Knelpunten kunnen onder meer worden gevonden in de landbouwsector. Op welke plaatsen waar scharrelvarkens worden gehouden is de kans op overdracht van ziektes bijvoorbeeld reëel. Een ander knelpunt uit de landbouwsector is de lokale teelte van kwetsbare gewassen. Daarnaast is er het risico op verkeersslachtoffers: hoe verhoudt een zwijnenpopulatie zich met het lokale wegennet? Vaak zijn oplossingen beschikbaar, maar deze moeten wel tijdig in beeld worden gebracht.
Kaarten bekijken
De Kansenkaart is hieronder te downloaden evenals twee kaartjes met de verspreiding (waarnemingen 2000- 2010) en de combinatie van Kansenkaart en verspreiding.
-Kansenkaart Wilde Zwijnen in Nederland (PDF)
-Kansenkaart Wilde Zwijnen in Nederland met toelichting en stappen (PDF)
-Verspreiding Wild Zwijn (waarnemingen) 2000-2010 (PDF)
-Combinatie Kansenkaart en verspreiding Wild Zwijn (PDF)
Tekst: Zoogdiervereniging
Foto: Bram Achterberg
Kaart: Zoogdiervereniging, ARK en Alterra Wageningen UR