Slakken doen de deur dicht
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door De Natuurkalender op [publicatiedatum]
De vorst staat voor de deur. Voor slakken, die voor tachtig procent uit water bestaan, geen goed teken. Gelukkig hebben ze, net als veel andere organismen, strategieën ontwikkeld om bevriezing te voorkomen.
Bomen laten hun bladeren vallen, kruidige planten overwinteren als zaad of als wortel, veel zoogdieren bouwen een warm nest voor hun winterslaap, of krijgen een dikke pels, en veel vogels en vlinders trekken naar het warme zuiden. Maar hoe voorkomt de slak dat zijn ene voet te koud wordt?
Slakken vinden we te land, te water, maar niet in de lucht. Al was Charles Darwin van mening dat verspreiding van slakken vaak via vogels geschiedt. Voor de slak wordt het trekken dus een lastig verhaal, temeer omdat het in het slakkentempo een seizoensoverschrijdende taak zou worden. Zoals voor veel dieren geldt, geldt ook voor de op het land levende slakken dat ze in winterrust gaan. In de eerste plaats doen ze dat door een beschutte plaats te vinden onder bladeren, stenen of stukken hout, maar ook bijvoorbeeld in en om het huis. Slakken in winterrust vindt u dan ook vaak in grotere groepen bij elkaar als u een stuk hout in de tuin optilt.
Dit koude vermijdende gedrag van de slak is echter niet genoeg. Op het land levende huisjesslakken, waarvan we in Nederland vooral de gewone tuinslak, de segrijnslak en soms de wijngaardslak tegenkomen, hebben meer in hun mars als het aankomt op winterbescherming. In de eerste plaats kunnen huisjesslakken zich beschermen door het vormen van een epifragma; een harde afdichting van de schelp. Hierdoor staan de weke delen niet in direct contact met de buitenwereld en wordt de slak ook niet gestoord door binnendringers. Als je in de winter een huisjesslak in de tuin vindt, is de kans groot dat de slak de opening van de schelp met een dergelijk grijs-wit epifragma heeft afgedicht.
Mocht de vorst dan toch nog het huisje binnendringen, hebben verschillende slakkensoorten, waaronder de wijngaardslak, ook nog een bepaalde mate van weerstand tegen bevriezing. Dit doen de slakken voornamelijk door het vormen van ijskristallen tegen te gaan. Vergelijkbaar met antivries in de koelvloeistof van uw auto. Het zijn namelijk de ijskristallen die de ware schade van bevriezing veroorzaken. Op deze manier kunnen de slakken toch nog overleven bij een paar graden onder nul.
De naaktslakken kunnen door afwezigheid van een huisje aardig graven, als de vorst er aan komt graven deze zich dan ook een stuk de bodem in om bevriezing te voorkomen. Voor de tuiniers onder ons geen goed teken, de slakken komen volgend jaar gewoon terug. Voor de egels, de lijsters, de merels, de padden en de kikkers echter wel een goed teken, die smullen ervan.
Tekst: Fedor Gassner, De Natuurkalender
Foto’s: Fedor Gassner en Kars Veling