Weer volop boomblauwtjes
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting op [publicatiedatum]
De afgelopen dagen zijn er vanuit alle delen van het land weer boomblauwtjes gemeld. Dit fraaie felblauwe vlindertje vind je op heidevelden, maar ook in bosgebieden en vooral in tuinen, zelfs tot midden in de grote stad.
Het boomblauwtje had in april en mei zijn eerste generatie. In juni zijn deze vlinders uitgevlogen. De nakomelingen van de voorjaarsgeneratie komen momenteel tevoorschijn. Boomblauwtjes zijn goed te herkennen. Ze hebben een felblauwe bovenkant en een zilvergrijze onderzijde met kleine zwarte ‘inktspatjes’. Ze zijn ook in tuinen veel aanwezig en vliegen vaak op een meter of twee langs bomen en struiken. De mannetjes patrouilleren daar op zoek naar vrouwtjes. Vrouwtjes zoeken er naar plaatsen om hun eitjes af te zetten. De rupsen van boomblauwtjes zijn minder kieskeurig dan die van veel andere dagvlinders. Veel soorten hebben maar één of twee plantensoorten waarop de rupsen kunnen overleven, maar die van het boomblauwtje leven op allerlei bomen en struiken. Toch hebben ze wel wat noten op hun zang, want ze eten van bloemknoppen. Alleen bomen en struiken waarin nu bloemknoppen aanwezig zijn komen dus in aanmerking. Sporkehout is één van de meest geliefde planten, maar ook de knoppen van de buddleja, de vlinderstruik, worden wel gebruikt. De boomblauwtjes die in augustus en september vliegen zullen klimop gebruiken, omdat veel andere bomen en struiken dan geen bloemknoppen meer hebben.
Tekst en foto: Kars Veling, De Vlinderstichting