Een lege dop
Stichting RAVON
18-JUL-2010 - RAVON krijgt op het moment veel meldingen van vondsten van reptieleneieren, die achteraf niet van reptielen afkomstig blijken te zijn. Het zijn nachtvlindercocons en dan meestal de cocons van de Hageheld (Lasiocampa quercus). De cocons van deze grote nachtvlinder worden regelmatig aangezien voor eieren van zandhagedis of ringslang.
Bericht uitgegeven door Stichting RAVON op [publicatiedatum]
RAVON krijgt op het moment veel meldingen van vondsten van reptieleneieren, die achteraf niet van reptielen afkomstig blijken te zijn. Het zijn nachtvlindercocons en dan meestal de cocons van de hageheld (Lasiocampa quercus). De cocons van deze grote nachtvlinder worden regelmatig aangezien voor eieren van zandhagedis of ringslang.
Hoe kun je reptieleneieren van nachtvlindercocons onderscheiden?
- De schaal van de eieren van reptielen is glad en rubberachtig, cocons van grote nachtvlinders hebben aan de binnenzijde een duidelijk herkenbare draadstructuur.
- Reptieleneieren hebben een duidelijke snede, gemaakt door de eitand van het jong.
- De eieren van reptielen liggen vrijwel nooit bloot aan de oppervlakte, cocons van nachtvlinders wel.
- Hageheld cocons hebben een brokkelige uitsluipopening. Verse cocons zijn bruin, de lege exemplaren verkleuren door de zon en worden dan even wit als eieren van reptielen.
- Verkleving van groepjes eieren is typisch voor bijvoorbeeld de ringslang. Hageheld cocons worden individueel gevonden.
Tekst en foto: Raymond Creemers, RAVON