De ultieme topsporter
ZoogdierverenigingBericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging op [publicatiedatum]
Vergeet Wimbledon, de Tour de France en het WK voetbal. De ultieme topsporter is allang gevonden. Mollen zijn gestroomlijnd, enorm gespierd, ze hebben tweemaal zoveel rode bloedcellen en veel grotere longen dan andere zoogdieren.
Mollen zijn zeer gestroomlijnd en gespierd en hebben sterke wijduitstaande voorpoten met brede randen waarmee ze uitstekend kunnen graven. De brede handpalmen zijn naar buiten gedraaid wat zeer nuttig is voor het graven, maar waardoor een normale loophouding niet mogelijk is. Per jaar kan de mol meer dan 1.000 kilogram aan grond verzetten en in het voorjaar kunnen ze gangen graven over een afstand van wel enkele kilometers: alsof een volwassen man van 80 kilogram in een jaar tijd met zijn blote handen 500 ton aan grond vergraaft over een afstand van 25 kilometer. In Alcatraz doen ze dat de mol niet na.
Mollen zijn goed vergelijkbaar met topsporters. Ze hebben tweemaal zoveel hemoglobine (rode bloedcellen voor zuurstofstransport) in hun bloed als andere zoogdieren. Hierdoor kunnen ze uitstekend in gangen onder de grond leven waar het zuurstofgehalte lager is dan in de openlucht. Wederom vergelijkbaar met topsporters hebben ze ook verhoudingsgewijs veel grotere longen dan andere zoogdieren.
Mollen graven niet zomaar één gang, maar een heel gangenstelsel van horizontale en verticale pijpen. Eén mol heeft vaak een gangenstelsel van 150-250 meter lang. Het gehele territorium beslaat 400-2200 vierkante meter, afhankelijk van de hoeveelheid bodemdieren. Zodra de mol een gangenstelsel heeft gegraven dat groot genoeg is voor zijn voedselbehoefte pleegt hij alleen nog maar onderhoud. Door regelmatig zijn gangen te inspecteren vindt hij voldoende voedsel. Extra of meer gangen graven is pas weer nodig zodra voedselschaarste optreedt of als het voorjaar aanbreekt en een partner gevonden moet worden.
Mollen kunnen niet alleen goed graven, ze kunnen ook prima zwemmen. Echter, mollen mijden te natte gronden. Als door extreme regenval het grondwaterpeil stijgt, wijkt de mol uit naar hoger gelegen gebieden. Verdrinking door overstroming is een belangrijke doodsoorzaak voor mollen. De uiterwaarden vormen in het voorjaar, als het vele sneeuw en ijs het rivierpeil doet stijgen, een levensgevaarlijk leefgebied voor de mol. De mol kan goed graven, maar zo snel nu ook weer niet.
Tekst: Richard Witte van den Bosch, Zoogdiervereniging
Foto's: www.mollen.org en Ellen de Lange