Klepelklokjes voor derde jaar weer massaal aanwezig
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven door Stichting ANEMOON op donderdag 13 mei 2010
De naam doet het wellicht niet vermoeden, maar het Klepelklokje is een sierlijk klein kwalletje dat op onze kust voorkomt. Het is opvallend dat het Klepelklokje ieder decennium gedurende periodes van circa drie jaar massaal in onze kustwateren voorkomt. Dit is het alweer het derde achtereenvolgende jaar van een periode dat het Klepelklokje in zeldzaam hoge dichtheden op onze kust aanwezig is.
Het voorkomen van het Klepelklokje op de Nederlandse kust is een bijzonder fenomeen. Tenminste sinds de vijftiger jaren kent ieder decennium een korte periode van circa drie jaar waarin dit kwalletje hier massaal voorkomt. De andere jaren zien we hem nauwelijks tot niet. 2010 is nu het derde jaar van zo’n periode (Ates, 2000 en Waarnemingen van Stichting Anemoon). Momenteel komen in de Oosterschelde en het Grevelingenmeer ontelbare hoeveelheden Klepelklokjes voor. Elders op de kust is dat mogelijk ook het geval. Lokaal lopen de dichtheden op tot tientallen per kubieke meter zeewater. Dat is een dichtheid die we nog maar zelden hebben gezien. Waarom de Klepelklokjes zo cyclisch aanwezig zijn, blijft nog onduidelijk. We zijn heel benieuwd of ze volgend jaar weer zo massaal aanwezig zullen zijn. Als de geschiedenis zich gaat herhalen, is dat waarschijnlijk niet het geval.
Kwallen komen in verschillende vormen en maten. De meest opvallende zijn de grotere soorten, zoals de Oorkwal waar recent in deze rubriek aandacht aan is besteed. Met name deze kwallen kunnen soms veel overlast veroorzaken, omdat een aantal van hen netelcellen bezit met een irriterend gif. Maar ook hele kleine kwalletjes zwemmen rond, vaak bijzonder sierlijk gebouwd, waar zwemmers nooit last van hebben. Zij hebben wel degelijk netelcellen, maar ze bezitten, vanwege hun grootte, slechts heel weinig gif. Omdat het kwalletje microscopisch kleine prooien vangt, is dit gif voor ons ook niet irriterend.
Het Klepelklokje is zo'n klein, sierlijk en onschadelijk kwalletje van slechts vier centimeter lengte. De transparante schijf (het klokje) heeft een doorsnede van niet meer dan een centimeter. De vier relatief lange neteldraden zitten met kleine bolletjes aan de rand van de schijf vast. Het meest karakteristiek is de maagsteel: de spreekwoordelijke klepel van de klok waar deze soort zijn Nederlandse naam aan te danken heeft.
Kwallen hebben overigens twee verschijningsvormen. Het Klepelklokje is eigenlijk één van de twee verschijningsvormen van een poliepdiertje dat naar de wetenschappelijke naam Sarsia tubulosa luistert. De kwal, die we ook wel meduse noemen, is de verschijningsvorm die zich middels geslachtelijke voortplanting vermeerdert. Kleine larfjes zijn hiervan het resultaat. Deze vestigen zich op de bodem en groeien uit tot het volwassen poliepstadium. De poliep is natuurlijk, net zoals het kwalletje, een neteldier en vormt feitelijk een grote kolonie van honderden tot duizenden kleine zeeanemoontjes. Alle individuen in deze kolonies zijn het resultaat van dat ene larfje dat de kolonie is begonnen en zich door ongeslachtelijke voortplanting heeft vermenigvuldigd.
Het klepelklokje kent dus, net als heel veel andere neteldieren, twee verschijningsvormen: een kwalletje dat zich geslachtelijk voortplant en een ongeslachtelijk voortplantend poliepje. Per soort hebben beide vormen een eigen karakteristieke anatomie waar ze aan te herkennen zijn; voor de kwal van het Klepelklokje is dat minder lastig dan voor de poliep.
Tekst en foto’s: Peter H. van Bragt, Stichting Anemoon