Slapers en langslapers
Stichting RAVONBericht uitgegeven door RAVON op donderdag 18 februari 2010
De afgelopen periode zijn er ondanks de koude weersomstandigheden al verschillende malen kikkers en salamanders gezien. Dit betekent echter niet dat al hun soortgenoten alweer actief zijn. Wanneer de overwinteringsplek voldoet aan de eisen, zal geen amfibie in een ijswak al aan de voortplanting beginnen.
Laat en vroeg
Toch bestaan er duidelijke verschillen in wanneer soorten uit de winterslaap ontwaken. Sommige kikkers en padden zijn al vroeg in het jaar actief, terwijl anderen pas laat uit de winterslaap ontwaken. Bruine kikker, gewone pad en heikikker zijn zogenaamde vroege soorten en beginnen eind februari soms al aan de voortplanting. Voorbeelden van late soorten zijn de groene kikker en de rugstreeppad. Zij moeten niks van de koude hebben en laten zich dus in het vroege voorjaar maar zelden zien. Als gevolg beginnen zij pas in mei aan hun voortplanting.
Parende heikikkers
Regionale verschillen
De omgevingstemperatuur speelt een belangrijke rol bij het ontwaken uit de winterslaap. Ook al is ons land niet groot, toch zijn er regionale verschillen in de weersomstandigheden. In het noorden is het in de regel net wat kouder dan in het zuiden. Maar ook de landschappelijke omstandigheden hebben invloed op de temperatuur. Zo is het op de hogere zandgronden sneller warm dan in het rivierengebied. Dit zien we terug in de verschillende tijden van ontwaken binnen éénzelfde soort. Zo wordt de heikikker in Zuidoost-Brabant dikwijls al gespot op de voortplantingslocaties in de eerste helft van maart. In het rivierengebied worden de heikikkers ruim een week later gezien en in Groningen pas twee weken later.
Kortom: een waarnemer in Groningen kan langer slapen dan een waarnemer in Noord-Brabant. Zorg dus dat je op tijd bent.
Tekst en foto: Arnold van Rijsewijk, RAVON