Voor elke vogel een plek om te broeden

De lente lijkt nog ver weg, maar sommige vogelsoorten gaan binnenkort al broeden. De meeste vogels broeden tussen maart en juni, maar turkse tortels bijvoorbeeld, beginnen al vanaf half februari met hun eerste legsel. Waar broeden vogels eigenlijk het liefst?

Goede natuurlijke huisvesting in dorpen en steden is voor vogels steeds moeilijker te vinden: huizen worden geïsoleerd, gaten en kieren worden gedicht en in de steeds meer opgeruimde tuinen maken hagen en heggen plaats voor houten schuttingen. Gelukkig kunt u veel vogelsoorten helpen door een goede nestkast te plaatsen.

Verschillende vogels hebben verschillende ‘woonwensen’. Door verschillende modellen nestkasten op te hangen, krijgt u ook verschillende vogels in uw tuin. Een aantal vogels, zoals de merel, de vink, de roodborst, de heggenmus en de zanglijster zult u eigenlijk nooit in een nestkast zien. Zij bouwen liever zelf een geschikt nest op een beschutte plek. Een mezenkast daarentegen is bijna overal en altijd succesvol. Zowel pimpelmees als koolmees maken dankbaar gebruik van het onderdak dat hen wordt geboden. Het gebeurt ook wel dat een mezenkast ‘gekraakt’ wordt door een boomklever of een bonte vliegenvanger.

Vogelbescherming en CJ Wildlife organiseren tussen 15 en 21 februari de Nationale Week van de Nestkast. Tijdens de actieweek kunt u speciale nestkasten kopen voor pimpelmees, koolmees en huismus. Bezitters van een actienestkast wordt gevraagd dit voorjaar broedende vogels in de gaten te houden, uiteraard zonder ze te verstoren. De broedgegevens kunt u melden via de website www.weekvandenestkast.nl. Met uw deelname helpt u de broedgegevens van de in nestkasten broedende vogels in kaart te brengen. En bovenal… u helpt de vogels aan onderdak én u kunt genieten van nieuw vogelleven in uw tuin.

Tekst: Nadja Jansma, Vogelbescherming Nederland

Foto: Jouke Altenburg