Bos

Is er nog leven na de brandnetel?

Wageningen University
30-OKT-2009 - De ondergroei van onze bossen op voedselrijke bodem bestaat vooral uit brandnetel. Hierdoor lijkt de vestiging van jonge bomen en van minder snel groeiende bosplanten vrijwel onmogelijk. Is dit een uitzichtloze situatie? Onderzoek van Alterra in bosreservaten toont aan dat spontane natuurontwikkeling onverwacht gevarieerde natuur in bossen op kan opleveren.

Bericht uitgegeven door Alterra Wageningen UR op vrijdag 30 oktober 2009

De ondergroei van onze bossen op voedselrijke bodem bestaat vooral uit brandnetel. Hierdoor lijkt de vestiging van jonge bomen en van minder snel groeiende bosplanten vrijwel onmogelijk. Is dit een uitzichtloze situatie? Onderzoek van Alterra in bosreservaten toont aan dat spontane natuurontwikkeling onverwacht gevarieerde natuur in bossen op kan opleveren.

Grote delen van het Nederlandse bos zijn jong en liggen op voedselrijke bodem, zoals bijvoorbeeld de polderbossen op zeeklei en de voormalige grienden in de Biesbosch (in een griend worden wilgen regelmatig gehakt voor de productie van wilgentenen). Uit onderzoek in bosreservaat Keizersdijk in de Brabantse Biesbosch in 2008 en 2009 blijkt dat langdurige spontane ontwikkeling van een eenvormige wilgengriend een onverwacht grote diversiteit oplevert, zowel in de structuur van het bos als in de soorten die er voorkomen. Veel omgewaaide wilgen vormen nieuwe stammen op de liggende stam. En ook deze als een kam groeiende stammen kunnen weer omwaaien: we noemen dit wentelwilgen. Door het omwaaien worden vaak metershoge wortelkluiten gevormd met diepe wortelkuilen die als poelen in het bos liggen, waarvan o.a. salamanders profiteren. Zowel op de kluiten als in de kuilen vestigen zich allerlei bijzondere planten, zoals hondstarwegras en halvemaantjesmos. Ook het vele dode hout is een nieuw en geliefd habitat. Verder ontstaan er, ondanks de brandnetels, kleine grazige open ruimtes. Kortom: dit belangrijke Natura 2000-habitattype 'Zachthoutooibos' ontwikkelt zich van een troosteloos brandnetelveld tot een spannende jungle.

 
  Een spectaculaire wortelkluit en wortelkuil na windworp in bosreservaat Keizersdijk
Het bosreservaat Oude Kat in de Sliedrechtse Biesbosch kent ook een spectaculair verloop. Hier is de ringdijk van de voormalige polder op twee plaatsen doorgraven waardoor er weer sprake is van ca. 70 cm getijdenverschil. Het populierenbos in de polder is goeddeels afgestorven en er heeft zich een moerasvegetatie ontwikkeld zoals die in Nederland buiten polderregimes maar zelden wordt aangetroffen. Er groeit o.a. veel moeraskruiskruid, een soort waarvoor Nederland internationaal belangrijk is.

Meer informatie staat in het binnenkort te verschijnen Alterra-rapport 1910 “Wentelwilgen, wortelkluiten en wave dieback. Diversiteit door natuurlijke processen in bosreservaten in de Biesbosch”.
Meer informatie over dit onderzoek is te lezen op www.bosreservaten.wur.nl en www.kennisonline.wur.nl.

Tekst en foto: Rienk-Jan Bijlsma, Alterra Wageningen UR