Het is herfst: de Penneschaften komen er aan.
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door Stichting ANEMOON op zaterdag 17 oktober 2009
Op de natuurkalender van de zoute onderwaterwereld is het nu de beurt aan de Penneschaft. Het is onze op een na grootste hydroidpoliep: een soort zeeanemoon op een steeltje die zijn jaarlijkse piek heeft in de winter. En samen met de seizoensgebonden opkomst van de Penneschaft zien we nu ook de dieren die zich hiermee voeden op onze kust verschijnen.
Een natuurkalendersoort
De Pennenschaft is, voor onze kustwateren, een typische natuurkalendersoort. Hij verschijnt in het najaar, piekt in de winter, verdwijnt in het voorjaar en is nagenoeg afwezig in de zomer. Met het dalen van de zeewatertemperatuur krijgen de aanwezige larven van de Penneschaft het signaal dat hun ideale seizoen voor de deur staat. Zij beginnen nu uit te groeien tot volwassen dieren die over een paar maanden grote gebieden van onze kust roze kleuren.
Penneschaften in de winter in de Oosterschelde
Op dit moment zien sportduikers de eerste nieuwe exemplaren verschijnen in de Ooster- en Westerschelde. In de periode februari-april is het een massaal voorkomende soort. In de warme zomer is hij hier weer verdwenen en komen er alleen nog maar microscopische kleine en dus onherkenbare nakomelingen, de larfjes, in het kustwater voor. Dieren die zich bij voorkeur voeden met Penneschaften, zoals de Brede ringsprietslak en de Boompjesslakken, zijn in de zomer bij gebrek aan geschikt voedsel ook lokaal afwezig. Deze fraaie dieren zien we nu met het verschijnen van de eerste Penneschaften weer terugkomen. Penneschaften zijn neteldieren en nauw verwant aan zeeanemonen.
De Brede ringsprietslak, ook een seizoensgebonden soort, voedt zich bij voorkeur met Penneschaften
Neteldieren
De biodiversiteit van onze kustwateren wordt gekenmerkt door een groot aantal soorten waarvan we boven water geen vergelijkingsmateriaal hebben. De grote groep van de neteldieren is daar een typisch voorbeeld van. De meest bekende vertegenwoordigers van de neteldieren zijn zeeanemonen en kwallen. Het zijn betrekkelijk primitieve dieren die onder andere gekenmerkt worden door het bezit van netelcellen. Die bezitten een minuscuul klein harpoentje dat met een draadje aan een gifklier is verbonden. Zwemt bijvoorbeeld een visje tegen een tentakel van een zeeanemoon dan exploderen de netelcellen die aangeraakt worden. Het visje wordt met de harpoentjes uit de netelcellen vastgeprikt en geïnjecteerd met gif. Een ander gemeenschappelijk kenmerk van de primitieve neteldieren is dat ze slechts een opening tot de maag hebben. Met de tentakels brengen ze voedsel naar de mond dat meteen terecht komt in de maag. Darmen hebben ze niet. En alles wat ze niet kunnen verteren wordt ook weer via de mond uitgepoept. De geslachtscellen (sperma en eitjes) worden ook in de maagholte geproduceerd en opgeslagen en via de mond uitgescheiden. Naast de zeeanemonen en kwallen zijn er nog meer neteldieren: Koralen en hydroidpoliepen behoren ook tot deze groep. Het algemene bouwplan van al deze dieren is gelijk en ze bezitten allen tentakels en netelcellen.
Hydroidpoliepen
Dit zijn, eenvoudig gezegd, gewoon hele kleine zeeanemoontjes op steeltjes die meestal in grote kolonies van soms vele duizenden exemplaren bij elkaar leven. Het geheel ziet er uit als struikje maar het zijn dieren. Leg je ze onder de microscoop dan zie je dat de individuele diertjes er uit zien als zeeanemoontjes met de typische tentakels. Alle diertjes in een zo´n kolonie zijn genetisch identiek en de nakomelingen van een enkel hydroidpoliepje. Als uitzondering op de vele kolonievormende hydroidpoliepen komen op onze kust twee grote individueel ontwikkelende hydroidpoliepen voor. De Penneschaft is er een van en daar is de overeenkomst met zeeanemonen ook met het blote oog goed te zien.
Een kolonievormende hydroidpoliep met microscopische opname van enkele individuen
Tekst en foto’s: Peter H. van Bragt, Stichting Anemoon