Sloot Wieden Krabbenscheer

Witsnuiten en geelvlekken kleuren de slootfauna

Wageningen University
11-SEP-2009 - Laagveensloten huisvesten een rijkdom aan bijzondere waterfauna – zoals bijvoorbeeld larven van de gevlekte witsnuitlibel, een soort van de Rode Lijst, waarvan de populaties in onze laagveengebieden de belangrijkste van West-Europa zijn. Onderzoekers van Alterra waren benieuwd welke doelsoorten in deze sloten voorkomen en hoe groot de kans is dat deze zeldzame soorten ook worden opgeschept tijdens een bemonstering. Een zoektocht naar zeldzame slootfauna.

Bericht uitgegeven door Alterra Wageningen UR op vrijdag 11 september 2009

Laagveensloten huisvesten een rijkdom aan bijzondere waterfauna – zoals bijvoorbeeld larven van de gevlekte witsnuitlibel, een soort van de Rode Lijst, waarvan de populaties in onze laagveengebieden de belangrijkste van West-Europa zijn. Onderzoekers van Alterra waren benieuwd welke doelsoorten in deze sloten voorkomen en hoe groot de kans is dat deze zeldzame soorten ook worden opgeschept tijdens een bemonstering. Een zoektocht naar zeldzame slootfauna.

Bijzonder studiegebied
De Wieden is een laagveengebied in Noordwest-Overijssel dat vanwege de aanwezigheid van bijzondere vegetaties, plant- en diersoorten en grote soortenrijkdom is aangewezen als natuurgebied.

 
  Sloot in de Wieden
Daarbij hebben de bijzondere natuurwaarden in het gebied geleid tot de aanwijzing van De Wieden als Natura 2000-gebied op basis van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en als ‘internationaal belangrijk wetland’ op basis van de Ramsar Conventie. Het bijzondere van het gebied is onder andere de aanwezigheid van habitats en soorten uit de verlandingsreeks, zoals open water met kranswieren, krabbenscheer en fonteinkruiden, trilvenen, moerasheide en veenbossen. Voor waternatuur zijn onder andere de zogenaamde petgaten of trekgaten van belang. Daarnaast wordt het gebied gekenmerkt door honderden kilometers laagveensloot, waarin veel bijzondere soorten zich thuis voelen.

Tellen in sloten
Veel bijzondere en zeldzame soorten brengen een deel van hun leven onder water in laagveensloten door. Het beheer streeft er vaak naar om het voorkomen van zeldzame, bijzondere of typische soorten te bevorderen. We spreken dan van doelsoorten. Onderzoekers wilden weten welke doelsoorten zich in de laagveensloten bevinden en vooral ook hoe groot de kans is om ze te vinden. Beesten onder water tellen gaat niet zomaar. Omdat we niet onder water kunnen kijken, moeten monsters worden genomen. Voor waterfauna gebeurt dat door een zogenaamd netmonster te nemen, waarbij verschillende onderdelen van de sloot, zoals oever of bodem, worden bemonsterd. Lukt het om met dat net ook de larven van bijzondere beesten te vangen? En kunnen we met deze netvangsten iets zeggen over hoe het met de doelsoorten, en dus met de natuur, gesteld is?

Grote verschillen
De onderzoekers troffen in de laagveensloten larven aan van verschillende bijzondere en bedreigde soorten, zoals larven van verschillende kokerjuffers, de groene glazenmaker en de gevlekte witsnuitlibel, en daarnaast ook exemplaren van de platte schijfhoren, de geelvlekslak en de kleverige poelslak.

 
Gevlekte witsnuitlibel (mannetje)   Larve witsnuitlibel
Er bleken echter grote verschillen te zijn tussen de verschillende netvangsten. Om een evenwichtig beeld te krijgen van de aanwezigheid van deze bijzondere doelsoorten in de Wieden zou er op 20 verschillende slootlocaties gemonsterd moeten worden, is een van de conclusies van het onderzoek. En dan nog is het moeilijk om een vinger aan de pols te houden bij doelsoorten, die slechts in kleine aantallen voorkomen. Stel dat het heel slecht gaat met deze soorten, bijvoorbeeld door vervuiling of klimaatverandering, en de populaties zijn tot de helft verkleind, dan is er toch nog een grote kans (ten opzichte van eerdere metingen) dat de netvangsten laten zien dat de soorten er in dezelfde aantallen voorkomen. De situatie lijkt dan niet veranderd en het lijkt prima te gaan met de bijzondere soorten.

Het onderzoek heeft laten zien dat laagveensloten een belangrijke leefomgeving bieden aan de watergebonden levensfase van veel doelsoorten. De zeldzaamheid van deze soorten en de variatie van locatie tot locatie en van jaar tot jaar maken het echter moeilijk om deze soorten te monitoren.

Meer informatie over het onderzoek is te vinden op www.kennisonline.wur.nl.

Tekst: Karin Didderen, Alterra Wageningen UR
Foto's: Gevlekte witsnuitlibel mannetje (G. Švitra), larve witsnuitlibel (D. Paulson www.xerces.org), sloot in de Wieden (Roos Loeb)