Erg veel klein geaderd witjes
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting op maandag 17 augustus 2009
De witjes zijn weer los. De volgende generatie is volop actief en plaatselijk kun je grote aantallen bij elkaar aantreffen. Vooral het klein geaderd witje is momenteel veel te zien.
De drie soorten koolwitjes in Nederland hebben alle meerdere generaties per jaar. Ze vliegen in het vroege voorjaar, in de zomer en ook nu, in de nazomer. De afgelopen dagen zijn er erg veel klein geaderd witjes gezien. Tijdens een wandeling van een uur langs een griendencomplex in de Betuwe werden er 202 geteld, vrijwel allemaal drinkend van de veel aanwezige gewone kattenstaart. Ook uit Twente kwamen meldingen binnen van honderd vlinders bij elkaar. Het klein geaderd witje is het meest natuurgebonden van de drie witjes. Hij komt het meest voor in iets vochtiger en ruigere graslanden en bosranden. Het groot koolwitje, die bij voorkeur onze gekweekte kolen eet, zit vaak in (moes)tuinen.
Het klein koolwitje zit overal, maar is de meest voorkomende soort in het landbouwgebied. Zelfs in intensieve akkerlandgebieden komt deze soort volop voor, in wegbermen en overhoekjes. De herkenning levert nog wel eens problemen op, vooral als ze vliegen. Het groot koolwitje is de makkelijkste. De grote ver doorlopende zwarte vleugelpunt is opvallend en kenmerkend. Het klein koolwitje heeft een klein recht afgesneden zwarte vleugelpunt (foto links) en een egaal verdeelde grijze bestuiving op de onderzijde. Het klein geaderd witje kun je herkennen aan de grijze bestuiving die zich langs de aders bevindt en ook aan het rommelige van de zwarte vleugelpunt (foto boven, rechts).
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting