En het werd stil op straat…
Sovon Vogelonderzoek NederlandBericht uitgegeven op dinsdag 11 augustus 2009 door SOVON Vogelonderzoek Nederland
Wellicht weet u het nog wel: die zwoele zomeravonden van juni en juli. Barbecue aan en een rosé binnen handbereik. Toen gierden de gierzwaluwen vrolijk door de straat en als een clubje kwajongens jakkerden ze achter elkaar aan. Nu, half augustus, is het (weer) stil op straat. De gierzwaluwen zijn in juli in rap tempo vertrokken naar hun winterresort in zuidelijk Afrika.
Ieder voorjaar zijn ze er ineens: gierzwaluwen. En ieder najaar zijn ze ook in een keer vertrokken. Veel vogelaars proberen zo lang mogelijk bij te houden op welke dag in juli ze nog een gierzwaluw zien. Tot ze er ineens geen meer tegenkomen.
Van alle Nederlandse broedvogels is de gierzwaluw waarschijnlijk het kortst in ons land aanwezig. Globaal van eind april tot in juli. Zelden ziet u in september nog een gierzwaluw. Omdat ze eigenlijk hun hele leven in de lucht verblijven en dus ook daar hun voedsel bij elkaar vangen, zijn ze sterk afhankelijk van het insectenaanbod. Dat aanbod is het grootst vanaf mei en zakt weer in halverwege de zomer. Een aan lucht gebonden soort als de gierzwaluw heeft hier dan niets meer te zoeken.
Als de gierzwaluwen gevlogen zijn, begint voor menige vogelaar alweer het najaar en is het weer een flink half jaar wachten tot eind april 2010.
Tekst: Harvey van Diek, SOVON Vogelonderzoek Nederland
Foto: IVN Vecht & Plassengebied