Terug naar de Oertijd
FLORONBericht uitgegeven door FLORON op donderdag 2 april 2009
Vorige week was het nog koud en guur, maar nu is het voorjaar losgebarsten. Veel zon en aangename temperaturen. De paardenstaarten die nu de grond uit schieten passen gevoelsmatig goed bij deze 'klimaatverandering'.
We vinden deze structuur terug in fossielen uit het carboon, ruim 300 miljoen jaar geleden, toen nauw verwante soorten uit de familie van de paardenstaarten hier massaal voorkwamen. Sommige paardenstaarten uit die tijd hadden de omvang van flinke bomen. De huidige soorten vallen daarbij in het niet. Onze réuzenpaardestaart, toch best indrukwekkend, haalt de twee meter nog niet.
Aanmerkelijk kleiner zijn de andere vertegenwoordigers van de paardenstaarten in ons land. We kennen er acht soorten van. Veruit het meest algemeen is heermoes, een soort die we overal tegenkomen, tot tussen de stoeptegels aan toe. Daar zien we nu ook de vruchtbare stengels met de sporenaren. Van dichtbij bekeken valt te zien dat die aar is opgebouwd uit aaneengesloten dekseltjes, waaronder de sporen klaarliggen. Bij rijping wijken deze structuren uiteen en komende de sporen in wolken vrij. Pas later in het seizoen verschijnen de niet-vruchtbare stengels met zijtakken, die we de rest van het jaar kunnen aantreffen. De spoordragende stengels zijn dan al snel weer verdwenen. Nu even goed kijken dus.
Tekst en foto: Wout van der Slikke, FLORON