Dwarrelende weiden
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting op dinsdag 17 juni 2008
De bruin zandoogjes zijn losgekomen. Afgelopen week zijn de vlinders uit hun pop gekomen en nu zijn ze volop te zien. Deze grote bruine vlinder zit zelden alleen, maar vaak met tientallen tot honderden bij elkaar.
Het bruin zandoogje is een echte graslandvlinder. De rupsen leven van allerlei grassen en de vlinders zelf drinken nectar uit graslandplanten zoals knoopkruid, margriet, klavers en distels. De soort komt in het hele land voor, maar heeft wel bloemrijke graslanden nodig. In de egaal groene weiden zoek je dit zandoogje tevergeefs. Het bruin zandoogje heeft een generatie per jaar en je kunt ze vanaf nu zien tot in augustus. Een individu van het bruin zandoogje leeft maar een dag of vijf, maar gedurende de komende weken komen er steeds nieuwe uit hun pop. De eitjes worden vrij slordig afgezet. Soms laten de vrouwtjes deze gewoon vallen tussen het gras. Een wei die pas gemaaid is wordt graag door de bruin zandoogjes gebruikt en de soort kan dan ook prima tegen maaien.
In sommige natuurgebieden vliegen duizenden bruine zandoogjes. In de Regulieren, een natuurreseraat in de Betuwe, beschreef de maaier op de tractor het als “helemaal dwarrelende weilanden” en hij had het dan over de bruin zandoogjes die massaal voor zijn maaimachine vlogen. Ook in de duinen is de soort veel aanwezig. In het landelijke vlindermeetnet is het bruin zandoogje jaarlijks de meest waargenomen vlinder. Hoewel hij lang niet overal voorkomt, heeft hij deze eerste plaats vooral te danken aan het feit dat er honderden tot duizenden bij elkaar kunnen worden gezien. De koolwitjes zijn veel wijder verbreid, maar die kom je zelden in grote aantallen bij elkaar tegen.
Tekst en foto: Kars Veling, De Vlinderstichting