Bijzondere ontmoeting met melkdrupjes
ARK Rewilding NederlandBericht uitgegeven door ARK op [publicatiedatum]
Je gaat op vakantie en komt tegen….. een phegeavlinder. Een wat? Ja, een phegeavlinder. Wie deze zomer erop uittrekt in het GrensPark Kempen~Broek, ziet deze bijzondere dagactieve nachtvlinder gegarandeerd. En wie deze trage vlieger goed bekijkt, snapt meteen waarom hij ook melkdröpke of melkdrupje wordt genoemd.
De vlinder is een opmerkelijke verschijning. De vleugels, met een spanwijdte van 4,5 centimeter, zijn blauwzwart en hebben grote witte vlekken. Het lijf is eveneens zwart en op het achterlijf loopt een oranje-gele band. Op het borststuk zit een vlek in dezelfde felle kleur. De donkere antennen lopen opvallend wit uit. Ze fladderen rond van eind mei tot half augustus en dan meestal met honderden of zelfs duizenden tegelijk. Dan regent het vlinders.
De vlinder komt in Nederland vrijwel alleen voor in Noord- en Midden-Limburg en in het aangrenzende zuidoosten van Noord-Brabant, alsook in het zuidwesten van deze provincie bij Bergen op Zoom. In Vlaanderen is de verspreiding al net zo beperkt. De grootste populatie komt daar voor in het grensgebied tussen Maaseik en Lommel, aansluitend op de Nederlandse populatie. In Zuid-Nederland bereikt de soort de noordgrens van zijn Europese verspreidingsgebied. Dit ligt voornamelijk in Zuid- en Centraal Europa.
De phegeavlinder houdt zich het liefste op langs bosranden, op open plekken in het bos, in lichte, open bossen en op zonnige bospaden. Zowel gebieden zonder bos, als gebieden met alleen maar gesloten bos zijn beide onaantrekkelijk. Natuurgebieden waar de overgang tussen bos en bloemrijk grasland of tussen bos en heide geleidelijk verloopt, zijn daarentegen ideaal.
ARK Natuurontwikkeling werkt in het GrensPark Kempen~Broek samen met de andere natuurorganisaties aan de ontwikkeling van een uitgestrekt natuurlandschap, waar grote grazers zoals runderen, herten en reeën vrij mogen rondtrekken. Deze grazers zorgen met hun eetgedrag dat in het landschap een fraaie afwisseling ontstaat van bloemrijke graslanden met struikgewas, bos met open plekken en bosranden met braamstruwelen en struiken. Dit landschap biedt zowel de vlinder als de rups exact wat ze nodig hebben: zonnewarmte, beschutting, voedsel, nectar en veilige, groene trekroutes. En niet alleen de Phegeavlinder profiteert van zo’n afwisselend natuurlandschap. Ook andere vlinders, amfibieën zoals boomkikkers, tal van (zang)vogels en allerlei kleine zoogdieren vinden er een goede leefplek. Voor u als wandelaar of fietser is het een droomplek om te recreëren.
Tekst: Ellen Luijks, ARK
Foto's: Kim Huskens; waarneming.nl; Ellen Luijks, ARK