Rijkdom aan insecten en spinnen in wegberm
Bericht uitgegeven op donderdag 24 december 2009
In wegbermen komt een rijke en gevarieerde insecten- en spinnenfauna voor, waaronder zich ook zeldzame en beschermde soorten bevinden. Insecten gebruiken bermen tijdens hun verspreiding en als paringslocatie. Met de juiste beheersmaatregelen kunnen wegbermen waardevolle gebieden vormen voor geleedpotigen.
Intensivering van landbouw en verstedelijking hebben geleid tot grootschalige vernietiging en versnippering van de (half-)natuurlijke gebieden in Nederland. Allerlei kleine landschapselementen worden hierdoor steeds belangrijker voor het behoud van onze biodiversiteit. Jinze Noordijk heeft voor zijn promotie onderzoek aan Wageningen University de bescherming van geleedpotigen in wegbermen onderzocht.
Groene zandloopkever
“We hebben geïnventariseerd of wegbermen geschikte leefgebieden zijn voor een breed scala aan soorten. We vonden een zeer rijke en gevarieerde insecten- en spinnenfauna, inclusief veel karakteristieke en enkele zeldzame en beschermde soorten. Van enkele groepen werd zelfs meer dan de helft van het totaal aantal inheemse soorten gevonden,” zegt Jinze Noordijk. “Bermen zijn vrijwel altijd smal en lintvormig; het is dan ook te verwachten dat allerlei randeffecten grote invloed hebben op de aanwezige dieren. In enkele experimenten onderzochten we twee in bermen vaak voorkomende randen: de grens tussen lage bermvegetatie en enerzijds het asfalt en anderzijds hoog opgaand bos. Zo vonden we dat dit soort randen insecten kunnen leiden tijdens hun verspreiding en dat dergelijke bosranden door mieren gebruikt worden om elkaar te vinden tijdens bruidsvluchten. Deze resultaten bieden meer inzicht in de functies die bermen vervullen als leefgebied.”
Op de hogere zandgronden worden wegbermen vaak gekenmerkt door de aanwezigheid van open schrale vegetaties. Voor droogte- en warmteminnende geleedpotigen kunnen dit belangrijke leefgebieden zijn. In de bermen op de Veluwe verdwijnen deze open leefgebieden echter steeds meer door vegetatiesuccessie en gerichte beheersingrepen lijken dan ook noodzakelijk. Jinze Noordijk: “We vergeleken loopkevers en spinnen in buntgrasvegetatie van zes snelwegbermen met nabijgelegen natuurgebieden om te bepalen waar zulk beheer zich op moet richten. Uit een analyse van de soortensamenstelling bleek dat voor sommige soorten de vegetatie in de bermen te dicht is en de geschikte leefgebieden te klein zijn geworden. De aanwezigheid van niet-vliegende en nog niet ‘uitgeharde’ loopkevers - dat zijn individuen die net uit de pop komen - bewees echter wel dat de bermen waardevolle voortplantingsgebieden vormen.”
Wegen zijn schadelijk voor de biodiversiteit, maar omdat ze noodzakelijk zijn, benadrukt Noordijk de positieve aspecten van de begeleidende bermen: “Uit ons onderzoek blijkt dat in wegbermen soortgemeenschappen kunnen voorkomen die vanuit natuurbeschermingsoogpunt belangrijk zijn, dat bermen gebruikt kunnen worden om ecologische netwerken aan te leggen, dat lineaire biotoopranden in bermen verspreiding van insecten kunnen geleiden en ook in trek zijn als paringslocatie, en dat een veelvuldig toegepast maaibeheer voor een waardevolle vegetatie voor geleedpotigen zorgt.”
Onderzoek: Jinze Noordijk; Arthropods in linear elements - Occurrence, behaviour and conservation management
Bron: Wageningen University
Foto: Olaf Leillinger, GNU Free Documentation License